De Tweede Kamer heeft een wetsvoorstel voor de flexibilisering van het bv-recht aangenomen. De wet Vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht kent de nodige verbeteringen. Guido Rooijackers, Register Valuator bij Sman Register Valuators, licht een element van het wetsvoorstel toe: de aangepaste wettelijke geschillenregeling.
Omschrijft u de wettelijke geschillenregeling in de huidige situatie eens? ‘Het doel van de geschillenregeling is tot een oplossing te komen wanneer aandeelhouders ruzie hebben. Het gaat om een geschil waarbij het voortduren van het aandeelhouderschap niet langer kan worden gevergd of geduld. Er zijn twee oplossingen: uittreding of uitstoting; een aandeelhouder eist bij een conflict dat de andere aandeelhouders hem uitkopen of andersom. Wijst de rechter deze vordering toe, dan zal de rechter één of drie deskundigen benoemen die over de prijs van de aandelen een schriftelijk bericht moeten uitbrengen. Vervolgens bepaalt de rechter de prijs die voor de aandelen moet worden betaald.’
Waarom wordt de geschillenregeling aangepast? ‘De huidige regeling functioneert niet. Deze bestaat inmiddels ongeveer twintig jaar en er wordt zelden gebruik van gemaakt. Er zijn een aantal bezwaren rond de juridische procedure. Ten eerste duurt de procedure te lang; als een aandeelhouder het oneens is met een vonnis en in hoger beroep gaat, dan kan het jaren duren voordat er een definitieve uitspraak volgt. Pas nadat het vonnis onherroepelijk is, kunnen deskundigen aan de slag met de waardering van de aandelen. Tussentijds blijft het geschil voortbestaan en dat kan erg schadelijk zijn voor de onderneming. Een tweede minpunt is dat er een ander traject wordt gevolgd als de betrokkenen de schade willen verhalen. Want waar ruzie is, is schade. In eerste instantie kan de vordering tot schadevergoeding nog worden gecombineerd met de geschillenregeling, maar in hoger beroep is daarvoor het reguliere hof bevoegd – in tegenstelling tot de Ondernemingskamer bij de geschillenregeling – en dat is niet praktisch.’
Is er geen alternatief? ‘Jawel. Het alternatief is dat een aandeelhoudersgeschil via het enquêterecht wordt uitgevochten bij de Ondernemingskamer. De partijen zijn dan verzekerd van een snelle afhandeling – de uitspraak volgt binnen een paar weken. De enquêteprocedure kan bij vaststelling van wanbeleid resulteren in schorsing of ontslag van een directeur. Ook kunnen voorlopige voorzieningen worden getroffen. Onder dreiging hiervan zijn partijen in de praktijk vaak genegen om in een schikking overeen te komen dat de aandelen aan een van de partijen worden overgedragen. De prijs wordt daarbij door één of meer onafhankelijke deskundigen bindend vastgesteld. Het nadeel is echter dat de Ondernemingskamer aandeelhouders uiteindelijk niet kan dwingen tot een definitieve aandelenoverdracht. Dit kan wel in de wettelijke geschillenregeling.’
In hoeverre is het wetsvoorstel een verbetering? ‘Zoals de naam van het wetsvoorstel al aangeeft is de nieuwe regeling flexibeler, is er meer ruimte voor maatwerk. Een eerste verbetering in de geschillenregeling is dat de vordering tot overname van aandelen niet alleen tegen de medeaandeelhouders kan worden ingesteld, maar ook jegens de vennootschap. Dat verruimt de mogelijkheden. De procedure wordt bovendien versneld. De aandelen kunnen straks in een vroegtijdig stadium worden gewaardeerd en het eventuele schadeaspect in dezelfde procedure meegenomen. De waarde van de aandelen staat dan vast, ongeacht of er een hoger beroep dient. Ten slotte kunnen afspraken over prijsbepaling van aandelen alvast in de statuten worden opgenomen.’
(Bron: NIRV)