Naast consumenten hebben ondernemers nu ook meer mogelijkheden tegen acquisitiefraudeurs

De meeste ondernemers hebben er wel eens mee te maken gehad: acquisitiefraudeurs. Overeenkomsten die gesloten worden door medewerkers voor abonnementen op de onder andere Telefoongids.com – niet DE telefoongids. Gedacht wordt een abonnement voor een vermelding in de gewone telefoongids te hebben afgesproken, maar dat is niet het geval. Er wordt mondeling een duur contract aangegaan met een lange looptijd voor een vermelding op een simpele website. Deze mondelinge overeenkomst wordt in een onduidelijke fax bevestigd.
Vaak worden deze overeenkomsten op vrijdagmiddag door werknemers aangegaan. Voor de ondernemer en de werknemer is dit een hele vervelende situatie. Er volgt vaak een discussie met de acquisitiefraudeur of de werknemer beschikkingsbevoegd was, of er gronden waren om te twijfelen aan de beschikkingsbevoegdheid, of er een beroep kan worden gedaan op de richtlijn oneerlijke handelspraktijken, welke discussie resulteerde in de betaling van een beperkte afkoopsom.
Acquisitiefraude – oneerlijke handelspraktijken
De richtlijn oneerlijke handelspraktijken is een Europese richtlijn waarvan de bepalingen zijn opgenomen in het Nederlands Burgerlijk Wetboek. Deze richtlijn verbiedt – kort gezegd – agressieve of misleidende handelspraktijken. Tot nu toe was duidelijk dat consumenten een beroep kunnen doen op deze richtlijn, of ondernemers zich op deze bepalingen zouden kunnen beroepen stond ter discussie.
Goed nieuws, aan die discussie is een einde gekomen. Ondernemers kunnen zich voortaan beter verweren tegen oneerlijke handelspraktijken.
De Rechtbank Noord Nederland, locatie Groningen heeft een uitspraak gedaan waardoor het gemakkelijker wordt om onder een overeenkomst uit te komen die het gevolg is van een oneerlijke handelspraktijk, zoals acquisitiefraude. In de uitspraak is bepaald dat ook professionele partijen, zoals ondernemers, zich kunnen beroepen op deze richtlijn of de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek. Dit noemen we reflexwerking.
Dit houdt in dat in veel gevallen betoogd kan worden, dat de ondernemer niet wist dat een overeenkomst met deze inhoud werd gesloten en dat ook niet wilde. De ondernemer dwaalde. Als er sprake is van dwaling, dan kan een overeenkomst vernietigd worden.
Tip: Licht medewerkers in over het bestaan van dit fenomeen. Mocht het onverhoopt toch mis gaan, ga dan niet over tot betaling en beroep je op misleiding!
(Bron: Dijkstra Voermans)