Geen concurrentiebeding, toch concurrentie

Het ontbreken van een concurrentiebeding betekent nog niet dat het een werknemer volledig vrij staat om zijn werkgever te beconcurreren.

De werknemer heeft in principe de vrijheid om te gaan en staan waar hij wil als hij niet gebonden is aan een concurrentiebeding. Hij kan zelf een soortgelijk bedrijf vinden of hij kan bij de concurrent in dienst treden. Maar het staat hen niet helemaal vrij om zijn ex-werkgever te beconcurreren.

Onrechtmatig handelen

De werknemer kan onrechtmatig handelen jegens zijn ex-werkgever door misbruik te maken van de tijdens zijn dienstverband opgedane kennis. Uit de jurisprudentie blijk dat er gekeken wordt naar de volgende vier punten voor de vraag of de werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan onrechtmatig handelen.

  1. Heeft de ex-werknemer een substantieel deel van de klanten van de ex-werkgever benaderd? Een of twee klanten gaan meestal wel mee.
  2. Heeft de ex werknemer de klanten van de ex-werkgever substantieel benaderd? (Het moet meer zijn dan eenmalig benaderen)
  3. Op welke wijze wordt de ex-werkgever beconcurreerd? Gebruikt de werknemer daarbij kennis en gegevens die hij heeft opgedaan tijdens het dienstverband bij de ex-werkgever?
  4. Wat is het doel van de ex-werknemer? Is het doel van de ex-werknemer gericht op het bewegen van klanten om mee te gaan?

Uit rechtelijke uitspraken blijkt dat deze vier punten vaak als uitgangspunt worden genomen voor de vraag of de werknemer onrechtmatig gehandeld ten opzichte van zijn ex-werkgever. Maar soms komt de rechter niet eens toe aan het beoordelen van deze vier vragen en besluit op andere gronden dat de werknemer onrechtmatig handelt.

Om de hoek

Zo oordeelde de Rechtbank Haarlem op 19 april 2000 dat een werknemer onrechtmatig had gehandeld omdat hij een eenmanszaak was gestart in de buurt van zijn ex-werkgever. Het ging in deze zaak om twee werknemers die tot februari 2000 bij een financieel advies bedrijf hebben gewerkt. Per 1 februari 2000 hebben zij ontslag genomen en zijn zij om de hoek van de straat waar hun ex-werkgever is gevestigd een soortgelijk bedrijf begonnen.

De ex-werkgever meende dat de twee ex-werknemers zich schuldig maakten aan onrechtmatig handelen door een vestiging te openen in de directe nabijheid van zijn bedrijf. Een geldig concurrentiebeding ontbrak. De ex-werkgever spande een kort geding aan en vorderde dat de werknemer hun activiteiten staakten op straffe van een dwangsom.

De rechter overweegt dat de ex-werknemers weliswaar niet actief de klanten van hun ex-werkgever hebben benaderd, maar doordat zij er voor hebben gekozen om praktisch bij hun ex-werkgever om de hoek kantoor te gaan houden, zij te veel de kans beïnvloeden dat klanten met wie zij goed contact hadden bij hun ex-werkgever naar hen overstappen. De rechter bepaalt dan ook dat zij hun activiteiten moeten staken op straffe van een dwangsom.

(Bron: Intermediair)