Wat is liquiditeit en hoe bereken ik dat?

Liquiditeit is net als rentabiliteit en solvabiliteit een van de financiële ratio’s. Met deze cijfers kun je zien hoe jouw bedrijf zich over een periode ontwikkelt. De liquiditeit bereken je om aan te geven in hoeverre jouw bedrijf aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen.

Er zijn meer ratio’s, maar de liquiditeitsratio, rentabiliteitsratio en solvabiliteitsratio worden het meest gebruikt. Met de gegevens uit je winst- en verliesrekening en je balans kun je de ratio’s uitrekenen.

Dynamisch

Er zijn twee vormen van liquiditeit: dynamische en statische. Met de dynamische liquiditeit bereken je hoe de inkomende geldstroom zich in een bepaalde periode verhoudt tot de uitgaande geldstroom. Meestal doe je dit voor de toekomst.
Eerst maak je een liquiditeitsbegroting op, om te schatten hoeveel geld er in deze periode (bijvoorbeeld de aankomende maand) binnen zal komen en uit zal gaan. Door deze cijfers met elkaar te vergelijken, weet je of je in deze periode aan je betalingsverplichtingen kunt voldoen.

Statisch

De statische liquiditeit geeft aan of je bedrijf aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen met behulp van de vlottende activa, oftewel de activa die binnen een jaar te gelde kunnen worden gemaakt. Er zijn drie manieren om dit te berekenen:
  • Current ratio: Vlottende activa (voorraden debiteuren en kasgeld) gedeeld door kort vreemd vermogen (crediteuren en banken). Als de uitkomst hoger is dan 1, kun je voorlopig aan je betalingsverplichtingen voldoen. Liefst is de uitkomst hoger dan 2.
  • Quick ratio: Vlottende activa gedeeld door kort vreemd vermogen, met uitzondering van de voorraden. Dus debiteuren + kasgeld) gedeeld door kort vreemd vermogen (crediteuren en banken). Als het cijfer hoger is dan 1, kun je onmiddellijk aan je verplichtingen voldoen.
  • Nettowinstkapitaal: Vlottende activa minus kort vreemd vermogen. Hiermee zie je precies hoeveel geld je overhoudt nadat je aan je betalingsverplichtingen hebt voldaan.

Quick ratio

Bij de quick ratio tellen de voorraden niet mee, omdat ze eerst door klanten moeten worden gekocht en betaald. Als je op heel korte termijn aan je betalingsverplichtingen moet voldoen, heb je hier dus niets aan.
De quick ratio laat zien hoe je op dit moment aan je betalingsverplichtingen kunt voldoen. De andere ratio’s zijn er om te laten zien hoe je op langere termijn aan je betalingsverplichtingen kunt voldoen.
Vlottende activa zijn immers activa die je binnen een jaar te gelde kunt maken. Het kort vreemd vermogen zijn leningen of andere betalingsverplichtingen die je binnen een jaar moet aflossen.

Voorbeeld

Dus als bijvoorbeeld dit je balans is:
Debet Credit
Bedrijfspand: 200.000< Hypotheek: 150.000
Inventaris: 30.000 Leverancierskrediet: 20.000
Voorraden: 30.000 Eigen vermogen: 97.000
Kas: 5.000 Crediteuren: 3.000
Debiteuren: 5.000
Totaal 270.000 Totaal: 270.000

 

Je hypotheek is lang vreemd vermogen, je mag immers er langer dan een jaar over doen om het af te lossen. Het leverancierskrediet en de crediteuren vallen onder kort vreemd vermogen.
De current ratio is (voorraden 30.000 + debiteuren 5.000 + kasgeld 5.000 = 40.000) gedeeld door (kort vreemd vermogen is (leverancierskrediet 20.000 + crediteuren 3.000 = 23.000) = 40.000 / 23.000 = 1,74. Dit getal is hoger dan 1, je kunt dus in de nabije toekomst aan je betalingsverplichtingen voldoen.
De quick ratio is (debiteuren 5.000 + kasgeld 5.000) / (vlottende activa = 23.000) = 10.000 / 23.000 = 0,43. Dit getal is helemaal niet groter dan 1, dus de liquiditeit is toch best zorgwekkend. Je kredietwaardigheid is erg afhankelijk van of en hoe snel je je voorraden verkoopt.
Het nettowinstkapitaal is 40.000 – 23.000 = 17.000. Dit is prima.
(Bron: MKB Servicedesk)