Vanaf 30 maart: vanaf dag één inlenersbeloning

Met ingang van 30 maart 2015 geldt voor uitzendkrachten vanaf dag één van de uitzending dat zij betaald zullen worden volgens de inlenersbeloning. Deze beloning is gebaseerd op de cao bij de opdrachtgever.

Doordat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de wijzigingen op de cao voor Uitzendkrachten 2012-2017 algemeen verbindend heeft verklaard, wordt een in 2012 gemaakte principe-afspraak over de inlenersbeloning per 30 maart 2015 voor de hele uitzendsector ingevoerd.
Met de inlenersbeloning worden uitzendkrachten beloond aan de hand van zes onderdelen van het beloningssysteem van de opdrachtgever:

  • het geldende periodeloon in de schaal (en inschaling conform wat gebruikelijk is bij opdrachtgever);
  • de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting per week/maand/jaar/periode. Deze kan – dit ter keuze van de uitzendonderneming – gecompenseerd worden in tijd en/of geld;
  • toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid (waaronder feestdagentoeslag) en ploegentoeslag;
  • initiële loonsverhoging, hoogte en tijdstip als bij de opdrachtgever bepaald;
  • periodieken bij de inlener (flexwerkers gaan mee in hetzelfde systeem voor het toekennen van salarisverhogingen als het vaste personeel. Soms afhankelijk van een beoordelingsgesprek).
  • kostenvergoeding (voor zover de uitzendonderneming deze vrij van loonheffing en premies kan uitbetalen: reiskosten, pensionkosten, gereedschapskosten en andere kosten noodzakelijk vanwege de uitoefening van de functie).

De inlenersbeloning is, door de algemeen verbindend verklaring, ook van toepassing als de opdrachtgever niet onder een cao valt. In dat geval kunnen bovengenoemde beloningsonderdelen gebruikt worden als een checklist om de arbeidsvoorwaarden te inventariseren zoals die ook (zouden) gelden voor het vaste personeel.
Er is geen overgangsregeling voor de inlenersbeloning. De inlenersbeloning is immers al lang tevoren afgesproken en aangekondigd. Uitzendkrachten gaan dus allemaal uiterlijk 30 maart 2015 over.
In theorie kan het voorkomen dat de inlenersbeloning lager is dan de beloning van de cao voor Uitzendkrachten. De SNCU (Stichting Naleving Cao voor Uitzendkrachten) adviseert in dat geval te beoordelen hoe de overgang zo soepel mogelijk kan verlopen. Opdrachtgevers willen immers geen goede uitzendkrachten kwijtraken.
Alle uitzendbureaus in Nederland, behalve degene die zijn aangesloten bij de NBBU en gedispenseerde ondernemingen, moeten zich aan de arbeidsvoorwaarden houden zoals gesteld in de CAO voor Uitzendkrachten.

(bron: Belastingzaken)