Geen onzakelijke lening tussen ongelieerde personen: kwijtscheldingswinst belast!

Belanghebbende, [X] Holding B.V., vormt samen met (onder andere) haar dochter B B.V. (hierna: B) een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. B heeft met D B.V. (hierna: D) en E afgesproken dat zij gedrieën van plan zijn om een satellietcommunicatiesysteem in Guinee te bouwen en te exploiteren. B, D en E zijn op geen enkele manier met elkaar verbonden, anders dan door de hiervoor genoemde afspraak. E is 100% aandeelhouder van F B.V. (hierna: F).

Structuur arrest van de maand december.pptxB, D en E wilden met het oog op de afspraak gezamenlijk vennootschappen oprichten. Eén van deze op te richten vennootschappen zou het communicatiesysteem gaan exploiteren. Om de benodigde apparatuur aan te schaffen heeft B in 2008 eerst een bedrag van € 150.160, en later nog een bedrag van €  60.000, geleend van E. B heeft met E afgesproken dat de schuld alleen moet worden terugbetaald als F betalingen zou doen aan B.

In 2012 heeft E de schuld aan B kwijtgescholden. De inspecteur meende dat de kwijtschelding voor B – en daarmee voor belanghebbende (zij zijn immers in een fiscale eenheid gevoegd) – een belastbare winst was. Belanghebbende betoogde echter dat de lening onzakelijk was, in welk geval een onafhankelijke partij deze lening niet op deze wijze verstrekt zou hebben. Dit zou tot gevolg hebben dat het voordeel voor B als gevolg van de kwijtschelding, niets te maken heeft met de onderneming van de fiscale eenheid, zodat deze ook geen ondernemingswinst kan vormen voor de fiscale eenheid.

Het Gerechtshof Amsterdam (hierna: het Hof) is het niet eens met belanghebbende en geeft aan dat er alleen sprake kan zijn van een dergelijke onzakelijke lening als E en B met elkaar verbonden (gelieerd) zijn. Belanghebbende is het niet met het Hof eens en vraagt de Hoge Raad om de uitspraak van het Hof te vernietigen.

Een onzakelijke lening is allereerst een lening waarmee de verstrekker van die lening een risico dat hij zijn geld niet meer terug zou krijgen heeft genomen dat zo groot is dat een ander dit risico niet genomen zou hebben. De Hoge Raad geeft daarnaast aan dat een lening met zo’n groot risico alleen een onzakelijke lening is waar belanghebbende op doelt indien de verstrekker dat risico neemt om een met hem gelieerd persoon vanwege die verbondenheid te dienen. De Hoge Raad geeft aan dat er twee vormen van gelieerdheid van belang zijn. Ten eerste is dat de gelieerdheid tussen een vennootschap en diens (groot‑)aandeelhouder. Ten tweede is dat de gelieerdheid tussen natuurlijke personen die nauwe persoonlijke betrekkingen hebben. Er is in deze zaak geen sprake van één van de twee vormen van gelieerdheid, zodat er geen onzakelijke lening kan zijn. De winst is belast.

Het arrest van de Hoge Raad kunt u vinden op rechtspraak.nl. Het arrest is uitgesproken op 18 december 2015, zaaknummer 15/00942, ECLI:NL:HR:2015:3599.

(Bron: Hoge Raad)