Inspecteur gebonden aan afgegeven VAR, ondanks werkzaamheden voor slechts twee opdrachtgevers

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur is gebonden aan de voor 2009 afgegeven VAR-WUO, en dat deze VAR ook geldt voor de werkzaamheden voor A bv. X is voor dat jaar dan ook aan te merken als IB-ondernemer.

Belanghebbende, X, drijft sinds 1995 een onderneming als verkeersvlieger en vlieginstructeur in de luchtvaart. Hij huurt in Nederland een woning van zijn moeder. Tevens huurt hij een woning die hij als kantoorruimte gebruikt. In de jaren 2008-2013 werkt X voor A bv, en is hij in Polen gestationeerd. In 2009 en 2011 werkt X als vlieginstructeur in Nederland en Congo. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat er sprake is van een dienstbetrekking tussen X en A bv. Hij corrigeert de IB-aangiften 2009 en 2011 van X op diverse punten.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur is gebonden aan de voor 2009 afgegeven VAR-WUO, en dat deze VAR ook geldt voor de werkzaamheden voor A bv. X is volgens de rechtbank voor dat jaar dan ook aan te merken als IB-ondernemer. De rechtbank acht daarbij niet van belang dat X in zijn VAR-aanvraag heeft aangegeven dat hij vermoedde drie of meer opdrachtgevers te hebben, terwijl hij uiteindelijk in feite slechts twee (betalende) opdrachtgevers heeft gehad in 2009. Het vorenstaande leidt er dan ook toe dat de reiskosten tussen Nederland en Polen in 2009 aftrekbaar zijn. Ook de kosten ter zake van de woning die X als kantoorruimte gebruikt, zijn aftrekbaar. Voor 2011 geldt dat er sprake is van een dienstbetrekking tussen X en A bv, zodat de kosten voor de huisvesting in Polen niet aftrekbaar zijn. Voor zover X in 2011 kosten heeft gemaakt voor zijn onderneming, staat de rechtbank wel aftrek toe. De rechtbank vermindert de aanslagen.

(Bron: Taxlive)