Pensioen eigen beheer wordt afgeschaft; hoe verder?

Veel directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) bouwen in eigen beheer een pensioen op. ‘In eigen beheer’ wil zeggen dat de eigen BV als verzekeraar optreedt en de gelden niet worden afgestort bij een verzekeringsmaatschappij of pensioenfonds. Pensioen eigen beheer is lange tijd een prima product geweest in die zin dat het een aftrekpost voor de vennootschapsbelasting opleverde terwijl de middelen beschikbaar bleven voor de onderneming. De afgelopen jaren is dit omgeslagen en is het eigenbeheerpensioen eerder een bron van zorg geworden. Zo kunnen veel BV’s door de aanwezigheid van de pensioenvoorziening bijvoorbeeld geen dividend meer uitkeren.

Den Haag stoeit al geruime tijd met dit dossier maar gelukkig heeft staatssecretaris Wiebes nu eindelijk een wetswijziging aangekondigd. Kern daarvan is dat vanaf 1 januari 2017 geen verdere pensioenopbouw in eigen beheer meer mogelijk is. Enerzijds jammer, maar anderzijds valt dat wel mee want de meeste dga’s hebben de opbouw enkele jaren geleden toch al stopgezet. De dga krijgt drie opties ten aanzien van de pensioenvoorziening, die we hieronder toelichten. Het gaat voorlopig om hoofdlijnen, hoe de regeling precies gaat luiden, zien we op Prinsjesdag als het wetsvoorstel wordt ingediend.

1. Afkoop pensioen

De eerste optie is een afkoop van het pensioen. Hierbij wordt uitgegaan van de fiscale waarde van de pensioenvoorziening. De BV betaalt de dga het bedrag van de fiscale pensioenvoorziening en daarmee is het pensioen verdwenen. Om afkoop aantrekkelijk te maken wordt een deel van de afkoopsom vrijgesteld, te weten 34,5% in 2017, 25% in 2018 en 19,5% in 2019. Als de afkoopsom volledig in de 52%-schijf valt, is het effectieve tarief in de inkomstenbelasting dan 34,06% in 2017, 39% in 2018 en 41,86% in 2019. Uitzonderingen daargelaten is afkoop in 2017 dus het interessantste, een of twee jaar wachten zal bijna nooit voordelig zijn. Staatssecretaris Wiebes hoopt hiermee volgend jaar € 2 miljard extra belasting op te halen. We gaan er vooralsnog vanuit dat de pensioenvoorziening ineens en volledig moet worden afgekocht, dus dat een gedeeltelijke of gefaseerde afkoop niet mogelijk zal zijn. Verder is het nagenoeg zeker dat de afkoopmogelijkheid ook geldt voor al ingegane pensioenen.

2. Omzetten in een ‘spaarpotje’

Het tweede alternatief is om de pensioenvoorziening tegen de fiscale waarde om te zetten in een ‘spaarpotje’ in de BV. Er mag dan in de toekomst niet meer worden opgebouwd maar het saldo wordt wel elk jaar opgerent met de marktrente. Vanaf pensioendatum moet het spaarbedrag in vermoedelijk 20 jaar (net als bij banksparen) in gelijke jaarlijkse termijnen worden uitgekeerd als pensioen, waarbij het dan belast is met inkomstenbelasting. Bij overlijden gaan de uitkeringen eerst over op de partner en daarna op de kinderen of andere erfgenamen.

3. Pensioen blijft pensioen

De derde variant is niets doen. Niemand wordt gedwongen om de pensioenvoorziening aan te passen of af te kopen. Bij deze optie blijven de huidige regels dus gewoon gelden, met alle knelpunten en problemen die dit thans in veel gevallen oplevert (zoals de dividendklem). Als er nu nog wordt opgebouwd, stopt dat op 1 januari 2017.

Wat is verstandig om te doen?

Dat is nu nog niet te zeggen, dit moet per geval worden bekeken. Bovendien zal de exacte uitwerking nog moeten blijken uit het op Prinsjesdag in te dienen wetsvoorstel, dat overigens ook nog kan worden gewijzigd tijdens de parlementaire behandeling.

Het is uiteraard al wel duidelijk dat afkoop alleen een reële optie is als de BV over voldoende liquide middelen beschikt om de verschuldigde loonbelasting te voldoen. Verder kan de positie van de eventuele partner van belang zijn, want ook zijn of haar rechten veranderen ingrijpend door afkoop of omzetting in een spaarvoorziening. Als sprake is van een ex-partner met pensioenrechten, speelt dat uiteraard nog veel sterker.

Andere aspecten die van belang kunnen zijn:

· heeft de dga na pensionering box 1-inkomen (uit overig pensioen, lijfrente, arbeidsinkomen) en/of box 1-aftrekposten (hypotheekrente)?
· zijn er wel of geen overige oudedagsvoorzieningen?
· is er een schuld aan de BV die afgelost moet worden?
· woont de dga in het buitenland?
· is het pensioen deels extern verzekerd?
· etc. etc.

(Bron: De Beer Accountants en Belastingadviseurs)