kortingen of kredietbeperkingstoeslag hoe werkt dit met de btw?

Kortingen voor betalingen die op tijd zijn:

Als u uw klant korting geeft omdat hij voor een bepaalde datum betaalt, dan kunt u de korting wel of niet meteen op de factuur zetten. In elk geval moet u anders met de btw om gaan:

  1. U zet de korting meteen op de factuur. Als u de korting direct op de factuur zet en uw klant betaalt op tijd, dan hebt u het juiste btw-bedrag in rekening gebracht. Maar als uw klant niet op tijd betaalt en dus geen korting krijgt, dan moet u alsnog btw betalen over de korting die op de factuur staat. U geeft dit op in de btw-aangifte . Als uw klant btw mag aftrekken, dan kan hij de btw over korting die hij niet heeft gekregen alleen aftrekken als u hem een aanvullende factuur over de korting stuurt.
  2. U zet de korting niet meteen op de factuur. Als uw klant op tijd betaalt en daarbij gebruikmaakt van de korting, dan hebt u te veel btw in rekening gebracht. Zolang u geen creditfactuur aan uw klant geeft, moet u die btw aan ons betalen. Als u uw klant wel een creditfactuur geeft, dan kunt u de btw over de korting verrekenen in uw btw-aangifte. Als uw klant het volledige btw-bedrag van de factuur heeft afgetrokken in zijn btw-aangifte, zonder rekening te houden met de korting, dan moet hij op basis van de creditfactuur de btw over de korting aan ons terugbetalen.

U werkt met kredietbeperkingstoeslag: 

Om ervoor te zorgen dat uw klanten op tijd betalen, kunt u op uw facturen een kredietbeperkingstoeslag vermelden. Betalen uw klanten te laat, dan betalen zij u deze toeslag. Over deze toeslag betaalt u btw.

Wat moet u doen?

U telt de kredietbeperkingstoeslag op bij het factuurbedrag. Meestal is dit een percentage van het totaalbedrag. Omdat u niet weet of uw klant op tijd gaat betalen, rekent u geen btw over de toeslag. Betaalt de klant op tijd, dan hoeft u verder niets te doen. Betaalt hij te laat en betaalt hij u daarom ook de toeslag? Dan betaalt u btw over dit bedrag.

Voorbeeld

U levert goederen voor: € 10.000 + € 2.100 btw = € 12.100. Over dit bedrag berekent u een kredietbeperkingstoeslag, bijvoorbeeld 1% = € 121. Hierover berekent u geen btw. Het factuurtotaal is daarom € 12.221.

Uw klant betaalt op tijd:
U ontvangt € 12.100. U betaalt btw over dit bedrag en uw afnemer kan hierover btw aftrekken als voorbelasting.

Uw klant betaalt na de betalingstermijn:
U ontvangt € 12.221. U moet dan alsnog € 21 (21/121 x € 121) btw betalen. Heeft uw afnemer recht op aftrek van btw? Dan kan hij de btw over de toeslag alleen aftrekken als u hem een aanvullende factuur stuurt.

(Bron: Belastingdienst)