Hostels BTW verschuldigd over doorberekende toeristenbelasting bij all-inprijs

BV X exploiteerde hostels in diverse gemeenten in Nederland. De gemeenten brachten in verband daarmee toeristenbelasting in rekening aan BV X. BV X berekende de toeristenbelasting door aan haar gasten via een all-in kamerprijs. Op de afrekening vermeldde BV X de kamerprijs en de vergoedingen voor de overige diensten die zij aan de gast had verleend. De toeristenbelasting werd daarbij niet vermeld. De inspecteur stelde dat BTW moest worden voldaan over de bedragen aan toeristenbelasting. BV X ging in beroep tegen de naheffingsaanslagen BTW. Zij stelde dat de toeristenbelasting een uitschot van belastingen was als bedoeld in artikel 4, lid 1, onderdeel c, Wet OB. Rechtbank Noord-Holland besliste dat de specificatie van het in rekening gebrachte bedrag als zijnde “toeristenbelasting” noodzakelijk was om de toeristenbelasting te kunnen rekenen tot de uitschotten van belasting. BV X had de door haar verschuldigde toeristenbelasting per overnachting echter ongespecificeerd doorberekend aan de gasten; op de afrekeningen werd de toeristenbelasting niet als zodanig vermeld. Het slechts op de afrekening of facturen vermelden van het bedrag van de toeristenbelasting met de toevoeging BTW 0% kon volgens de Rechtbank niet worden aangemerkt als het afzonderlijk in rekening brengen van die belasting. De Rechtbank verklaarde het beroep van BV X ongegrond.

(Bron: FUTD)