RJ uitingen 2019; een update inzake externe verslaggeving

Introductie

In 2019 zijn er door de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) verschillende uitingen opgesteld die van invloed zullen zijn op de toekomstige verslaggeving van Flynth klanten. Om zowel klanten als collega’s van Flynth up to date te houden hebben we hier een kort overzichtsartikel gemaakt met de voorgestelde aanpassingen; in totaal 16 uitingen. We geven hier slechts een beknopt overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen.  Mocht u over deze RJ uitingen nog vragen hebben dan kunt u uiteraard contact opnemen met. De RJ-uitingen zelf zijn te vinden via de volgende link: https://www.rjnet.nl/uitingen/2019.

Kosten groot onderhoud ‘Materiële vaste activa’

In RJ-Uiting 2019-13 wordt uiteengezet dat het voor de verwerking van kosten van groot onderhoud aan materiële vaste activa niet langer is toegestaan om deze kosten direct in de winst-en-verliesrekening te verwerken. De mogelijkheden voor verwerking van kosten van groot onderhoud in de boekwaarde van het actief (componentenbenadering) of via de onderhoudsvoorziening blijven bestaan. De overgang van het direct verwerken in de winst-en-verliesrekening naar één van de twee andere verwerkingswijzen moet worden behandeld als een stelselwijziging. In RJ 212.805 is echter een overgangsbepaling opgenomen die het mogelijk maakt om de stelselwijziging prospectief te verwerken. Daarnaast geldt voor de overgang ‘kosten van groot onderhoud via een voorziening’ naar ‘kosten van groot onderhoud in de boekwaarde van het actief’ eveneens een verlicht overgangsregime; deze stelselwijziging op drie manieren kan worden verwerkt:

1. op retrospectieve wijze overeenkomstig hoofdstuk 140 Stelselwijzigingen;
2. op retrospectieve wijze vanaf voorgaand boekjaar;
3. op retrospectieve wijze vanaf het huidige boekjaar.

Verslaggeving van opbrengsten

Bij het verwerken van opbrengsten heeft de RJ gekeken naar IFRS 15 ‘Revenue from Contracts with Customers’. De RJ heeft geconcludeerd dat het volledig overnemen van de bepalingen van IFRS 15 in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving niet wenselijk is vanwege de doelgroep in combinatie met de daarmee samenhangende implementatiekosten. De RJ heeft besloten tot het voorstellen van specifieke wijzigingen in de huidige hoofdstukken voor opbrengstverantwoording en deze Richtlijnen aan te vullen met nadere uitleg en voorbeelden. Zo is er een nadere invulling omtrent het identificeren van een ‘prestatieverplichting’.

Lease accounting

RJ-Uiting 2019-3 ligt in het verlengde van IFRS 16 en gaat in op de vraag of er sprake is van een lease overeenkomst. Een overeenkomst bevat een lease indien deze in ruil voor een vergoeding aan de wederpartij (de leverancier) de zeggenschap gedurende de overeengekomen gebruiksperiode over het gebruik van een geïdentificeerd actief aan de rechtspersoon (de afnemer) verleent.  Hiervan is sprake indien aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan: 

a) er is sprake van een geïdentificeerd actief;
b) de afnemer heeft gedurende de gehele gebruiksperiode het recht op vrijwel alle economische voordelen uit het gebruik van het geïdentificeerde actief; en
c) de afnemer heeft gedurende de gehele gebruiksperiode het recht om het gebruik van het geïdentificeerde actief te bepalen.

Tevens is een schema toegevoegd in de RJ-uiting om te bepalen of er sprake is van een lease. Het onderscheid financial en operational lease komt hiermee overigens niet te vervallen bij de RJ (in tegenstelling tot onder IFRS 16).

Overige Onderwerpen

Daarnaast worden er in de totaal 16 uitingen nog meer onderwerpen behandeld. Onderstaand slechts een greep uit de voorgestelde wijzigingen.

  • Voor de classificatie eigen danwel vreemd vermogen is door de RJ uiteengezet dat de classificatie van een financieel instrument als eigen vermogen of als vreemd vermogen in de enkelvoudige jaarrekening kan worden gebaseerd op de juridische vorm of op de economische realiteit van het instrument. De RJ heeft besloten op te nemen dat de aard van het financieel instrument dient te worden toegelicht indien de classificatie is gebaseerd op de juridische vorm en deze vorm afwijkt van de economische realiteit; 
  • Door de RJ is aangegeven dat IFRS 9, 15, 16 & IAS 19 integraal mogen worden toegepast.
  • De RJ zal de nieuwe wetgeving inzake Aandeelhoudersbetrokkenheid incorporeren. De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op (i) bezoldigingsbeleid; (ii) bezoldigingsverslag; en (iii) transacties met verbonden partijen; 
  • Voor zorginstelling geldt dat de verslaggeving moet worden verwerkt conform WTZi en RJ 655 worden gebracht; 
  • In de RJ zijn nieuwe suggesties aangebracht voor een verdere toelichting rondom diversiteitsbeleid in het bestuursverslag;
  • Er is een verdere specificatie rondom het gebruik van vreemde valuta, waarbij onder andere de mogelijkheid voor kleine en middelgrote rechtspersonen om altijd de baten en lasten om te kunnen rekenen tegen de slotkoers per balansdatum komt te vervallen;
  • Voorzieningen mogen gewaardeerd worden tegen nominale waarde of contante waarde van de uitgaven indien er sprake is van een behoorlijke tijdswaarde;
  • Latente belastingvorderingen dienen op een afzonderlijke regel onder de financiële vaste activa en/of onder de vlottende activa (vorderingen) opgenomen te worden;
  • Een toelichting op de relatie tussen de belastinglast- of bate en het resultaat voor belastingen wordt verplicht voor middelgrote en grote rechtspersonen en belangrijke afwijkingen ten opzichte van het effectieve belastingtarief moeten worden toegelicht.

(Bron: Flynth)