VERLAGING ZELF­STAN­DI­GEN­AF­TREK EN AFSCHAFFEN FOR

Ondernemers voor de inkomstenbelasting moeten genoegen nemen met een lagere zelfstandigenaftrek en de afschaffing van de Fiscale Oudedagsreserve (FOR). Hoe dit er precies uitziet, lichten we voor je uit in dit artikel.

De gevolgen zijn vooral merkbaar door de verlaging van de zelfstandigenaftrek en de afschaffing van de FOR.

Snellere verlaging zelfstandigenaftrek

De zelfstandigenaftrek is een bedrag dat ondernemers in de inkomstenbelasting mogen aftrekken van hun winst, mits ze 1.225 uur hebben gewerkt als ondernemer. Met de zelfstandigenaftrek verlaag je het bedrag waarover je inkomstenbelasting bent verschuldigd. De zelfstandigenaftrek wordt opnieuw verder en sneller afgebouwd. Met de afbouw van de zelfstandigenaftrek wordt beoogd het verschil in fiscale behandeling tussen werknemers en zelfstandigen te verkleinen.

De maximale zelfstandigenaftrek bedraagt in 2023 € 5.030 (€ 6.310 in 2022). Voor 2024, 2025 en 2026 wordt de zelfstandigenaftrek respectievelijk € 3.750, € 2.470 en € 1.200. In 2027 zal de zelfstandigenaftrek uiteindelijk € 900 bedragen.

Afschaffen fiscale oudedagsreserve

Ondernemers die belastingplichtig zijn in de inkomstenbelasting (zzp’ers, eenmanszaken, vof’s, maatschappen et cetera) kunnen tot en met 2022 gebruikmaken van een speciale fiscale faciliteit: de fiscale oudedagsreserve (FOR). Dit is een fiscale reserve waarover in de toekomst belasting wordt betaald. 

Omdat veel ondernemers de fiscale oudedagsreserve niet daadwerkelijk afstorten voor een oudedagsvoorziening, heeft het vormen van een fiscale oudedagsreserve vooral belastinguitstel als effect.

Vanaf 2023 kan je niet meer gefaciliteerd opbouwen voor de fiscale oudedagsreserve. Je oudedagsreserve die tot en met 2022 is opgebouwd, mag wel op basis van de huidige regels worden afgebouwd.

(Bron: De Jong & Laan)