All posts in Buitenland (specifieke onderwerpen), dividendbelasting

Uw ‘buitenlands’ aandelenpakket fiscaal beclaimd

Categories: Buitenland (specifieke onderwerpen), dividendbelasting
Reacties uitgeschakeld voor Uw ‘buitenlands’ aandelenpakket fiscaal beclaimd

Heeft u een aandelenpakket in een buitenlandse onderneming? Of woont u zelf in het buitenland en heeft u een aandelenpakket in een Nederlandse onderneming? Dan is de kans groot dat er een fiscale claim rust op de waarde(-ontwikkeling) van de aandelen. Bij voorgenomen verkoop van de aandelen of verhuizing naar een andere lidstaat is het verstandig stil te staan bij de vraag: ‘Waar doe ik fiscaal goed aan?’

Bij verhuizing naar een ander land wordt de verkrijgingsprijs (aankoopprijs) van de aandelen in principe vastgesteld op de waarde in het economisch verkeer op dat moment (WEV). Het land waar u gaat wonen verleent dan een ‘step-up’ en heft daarmee alleen over de waardeontwikkeling die ontstaat gedurende de verblijfsperiode in dat land. Wel zo eerlijk.

In een zaak ging het om remigratie naar Nederland en de vraag of hierbij de verkrijgingsprijs waarvoor de aandelen zijn ingekocht, van een step-up moest worden voorzien.

Casus

Belanghebbende emigreerde in 1991 van Nederland naar België. Hij kocht in 1994 een aandelenpakket (ruim € 9.000) in een Nederlandse bv. In 2013 keerde hij terug naar Nederland (remigratie). Tot 2003 was hij in Nederland buitenlands belastingplichtige geweest voor de waardeaangroei van de aandelen. Over de waardeaangroei was geen belasting geheven. Reden: de aandelen waren (nog) niet verkocht.

Bij remigratie verzocht belanghebbende aan Nederland om step-up te verlenen voor de WEV op dat moment (ruim € 800.000). De inspecteur verleende de step-up niet en ging bij het opleggen van de aanslag uit van de aankoopprijs van ruim € 9.000. Zodoende zou de te belasten waardestijging bij verkoop groter zijn.

De Hoge Raad besliste dat geen step-up hoefde te worden verleend. De Hoge Raad overwoog in essentie dat de step-up bedoeld is om de waardeaangroei die tijdens het verblijf in een ander land is ontstaan, onbelast te laten. De belanghebbende was tijdens zijn Belgische periode voor de (waardeontwikkeling van) zijn (buitenlandse) aandelen echter belastingplichtig in Nederland. Gelet op dit heffingsrecht, hoefde geen step-up te worden verleend. De omstandigheid dat Nederland bij verkoop tijdens de Belgische periode volgens het belastingverdrag tussen Nederland en België niet had kunnen heffen, was volgens de Hoge Raad niet relevant.

Gevolg

De Belastingdienst mocht belasting heffen over toename in waarde vanaf de aankooprijs van ruim € 9.000 in plaats van ruim € 800.000 na verkoop.

Belanghebbende had belastingheffing in Nederland kunnen voorkomen door de aandelen te verkopen voordat hij weer in Nederland kwam wonen (de remigratie). Volgens het verdrag had België dan mogen heffen. De kans was groot geweest dat de belastingheffing dan lager was uitgevallen.

Advies

Laat u goed adviseren als u van plan bent een aandelenpakket in een voor u buitenlandse onderneming te verkopen of van plant bent te (r-)emigreren.

(Bron: Taxlive)

btw privégebruik (bestel)auto 2016 betaal niet teveel!

Categories: Buitenland (specifieke onderwerpen), dividendbelasting
Reacties uitgeschakeld voor btw privégebruik (bestel)auto 2016 betaal niet teveel!

In de aangifte over het laatste tijdvak dient weer het privégebruik voor de btw opgenomen te worden. Per 1 juli 2011 is er een nieuwe regeling voor (bestel-)auto’s ingevoerd. Hier lopen diverse procedures over bij rechtbanken.

 

De regeling btw-heffing privégebruik auto

De huidige regeling komt er – in het kort – op neer dat de btw die op aangifte voldaan moet worden 21% bedraagt over de kosten van het werkelijke privégebruik. Dit privégebruik wordt in beginsel vastgesteld aan de hand het werkelijke gebruik. Goedgekeurd is om een forfaitair percentage aan te geven van 2,7% of onder bepaalde voorwaarden 1,5% van de cataloguswaarde. De in 2011 ingevoerde regeling staat op een aantal bezwaren en daarom kan het mogelijk zinvol zijn om bezwaar te maken tegen het aangegeven privégebruik in de aangifte.

 

Bezwaar maken tegen privébruik btw

De Belastingdienst heeft na overleg met de koepel-organisaties van fiscaal dienstverleners aangegeven dat cliënten die al over eerder jaren (2011, 2012, 2013, 2014 of 2015) bezwaar hebben gemaakt tegen het aangegeven privégebruik auto voor de btw, dit niet opnieuw hoeven te doen voor het jaar 2016. De Belastingdienst behandelt dan het jaar 2016 ambtshalve. Dit betekent concreet dat u geen afzonderlijk bezwaar hoeft in te dienen. Wij hebben deze ambtshalve regeling beoordeeld en zijn tot de conclusie gekomen dat ter zekerheidsstelling van uw rechten u ons inziens het best gebaat bent bij het opnieuw indienen van een bezwaarschrift. De reden hiervoor is dat ambtshalve behandeling van het bezwaar over 2016 als nadeel heeft dat bij afwijzing van het gevoerde bezwaar bij de hoogste rechterlijke instantie, geen rechtsingang meer voor u open staat en dat daarnaast op individueel niveau geen mogelijkheid bestaat details in te vullen. U bent dan afhankelijk van de wijze waarop de Belastingdienst de ambtshalve bezwaren gaat afhandelen, hetgeen niet altijd in uw voordeel kan zijn. Bovendien heeft u voor het jaar 2011, 2012, 2013, 2014 of 2015 wellicht geen bezwaar aangetekend tegen de aangegeven btw-correctie privégebruik auto.

 

Hoe maak ik bezwaar tegen het privégebruik btw?

Teneinde u rechten zeker te stellen dient een bezwaar op schrift gesteld te worden en aan de belastingdienst te worden verzonden. Dit dient bij voorkeur uiterlijk zes weken na betaling (dit zal in januari zijn) gedaan te zijn of na ontvangst(dit kan latern zijn) van het bedrag. Vraag hier een voorbeeld bezwaarschrift aan.

Nederbelgische heeft volgens A-G recht op teruggaaf bij te veel ingehouden dividendbelasting

Categories: Buitenland (specifieke onderwerpen), dividendbelasting, Nieuws
Reacties uitgeschakeld voor Nederbelgische heeft volgens A-G recht op teruggaaf bij te veel ingehouden dividendbelasting

Advocaat-generaal Wattel concludeert dat de voetvrijstelling toegerekend moet worden aan het gehele vermogen van X, voor zover het bij ingezetenschap in box 3 zou vallen. X heeft dan recht op een teruggaaf van € 649.

Belanghebbende, X, die de Nederlandse nationaliteit heeft en in België woont, houdt 2,1% van de aandelen in het Nederlandse A bv. In 2007 ontvangt X dividend, waarop € 16.106 aan dividendbelasting is ingehouden. Verder moet X nog bijna € 23.000 aan Belgische Personenbelasting betalen over het netto dividend. Er vindt geen verrekening plaatst van de Nederlandse dividendbelasting. X stelt dat er sprake is van strijd met het EU-recht. Rechtbank Breda oordeelt dat er sprake is van een beperking van de vrijheid van kapitaalverkeer. Omdat X ongunstiger wordt behandeld dan een binnenlands belastingplichtige, verleent de rechtbank een teruggaaf van € 527 aan X. De rechtbank houdt er hierbij rekening mee dat X, als zij binnenlands belastingplichtige was geweest, € 15.579 aan vermogensrendementsheffing zou hebben moeten betalen. Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat er sprake is van een beperking van de vrijheid van kapitaalverkeer. Een en ander leidt er volgens het hof niet toe dat X recht heeft op teruggaaf van het volledige bedrag aan betaalde dividendbelasting. Volgens het hof heeft X recht op teruggaaf van het verschil tussen de ingehouden dividendbelasting en de theoretisch verschuldigde vermogensrendementsheffing. Het hof kent aan X een teruggaaf van € 527 toe. De Hoge Raad oordeelt dat het stelsel van de Nederlandse IB, bij een vergelijking van de effectieve Nederlandse belastingdruk op dividenden genoten door respectievelijk een niet-ingezetene en een ingezetene, tot vragen leidt, en stelt prejudiciële vragen. Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat Nederland dividendbelasting op uitgekeerde dividenden inhoudt en verrekening van de ingehouden dividendbelasting alleen toestaat aan ingezeten belastingplichtigen. Het HvJ EU merkt daarbij wel op dat dit alleen geldt voor zover de definitieve belastingdruk, die in verband met die dividenden in Nederland op niet-ingezeten belastingplichtigen komt te rusten, zwaarder is dan die voor ingezeten belastingplichtigen. Of daar sprake van is, is aan de nationale rechter om te onderzoeken. Verder geeft het HvJ EU nog aanwijzingen voor het bepalen van de belastingdruk en merkt het HvJ EU nog op dat een belemmering van het kapitaalverkeer gerechtvaardigd kan worden door de gevolgen van een belastingverdrag.

Advocaat-generaal Wattel concludeert dat de voetvrijstelling toegerekend moet worden aan het gehele vermogen van X, voor zover het bij ingezetenschap in box 3 zou vallen. Volgens de berekening van de A-G zou X dan € 15.457 aan vermogensrendementsheffing moeten betalen. Nu X € 16.106 aan dividendbelasting heeft betaald, heeft X volgens de A-G recht op een teruggaaf van € 649. De Hoge Raad kan de zaak dan volgens de A-G zelf af doen.

(Bron: Taxlive)