In het onderhavige geval heeft belastingplichtige aangifte gedaan. De inspecteur heeft deze aangifte niet gevolgd maar een ambtshalve aanslag opgelegd tegen een veel lager bedrag. Het kon echter de belastingplichtige niet redelijkerwijs kenbaar zijn dat de aanslag te laag was. De inspecteur kon derhalve niet navorderen.
Voor de goede orde hieronder de letterlijke wettekst van Artikel 16 lid 2c AWR: Navordering kan mede plaatsvinden in alle gevallen waarin te weinig belasting is geheven, doordat: ten gevolge van een fout een aanslag ten onrechte achterwege is gelaten of ten gevolge van een fout een belastingaanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld, hetgeen de belastingplichtige redelijkerwijs kenbaar is, waarvan in elk geval sprake is indien de te weinig geheven belasting ten minste 30 percent van de ingevolge de belastingwet verschuldigde belasting bedraagt.