Nog even en we mogen de aangifte inkomstenbelasting 2011 gaan verzorgen. Het nieuwe jaar brengt ook zo wat leuke zaken, toch? In dit bericht staan we stil bij de vraag hoe een verhuurde woning in box 3 moet worden aangegeven.
De waarde van een verhuurde woning die in box 3 valt, is, met ingang van 1 januari 2010, gelijk aan de WOZ – waarde. In sommige gevallen geldt een lagere waarde, zoals voor een permanent verhuurde woning en een woning op erfpachtgrond.
Verhuurde woningen
Voor verhuurde woningen die onder de huurbescherming vallen geldt dat de WOZ – waarde gecorrigeerd mag worden met de zogenaamde “leegwaarderatio”. De in aanmerking te nemen waarde in box 3 is dan de WOZ waarde vermenigvuldigd met de leegwaarderatio. De leegwaarderatio is afhankelijk van het rendement dat wordt behaald en wordt bepaald aan de hand van de navolgende tabel:
Waarde verhuurde woningen
|
Deze leegwaarderatio is nodig om de waarde te berekenen van:
- verhuurde woningen waarvoor een huurprijs is overeengekomen die gebruikelijk is tussen willekeurige derden. Willekeurige derden zijn personen die geen zakelijke of familierelatie met elkaar hebben.
- woningen die gedeeltelijk zijn verhuurd en waarvoor een huurprijs is overeengekomen die gebruikelijk is tussen willekeurige derden.
- woningen waar de verhuurder en huurder gelieerde partijen zijn en er een huurprijs is overeengekomen die niet met derden zou zijn overeengekomen. Gelieerde partijen zijn personen die familie van elkaar zijn of personen of instellingen die een zakelijke relatie met elkaar hebben. Leegwaarderatio is in dit geval altijd 79%
Praktisch gezien denk ik dat de meeste verhuurde woningen, appartementen, flats ed. die wij tegen komen in de praktijk onder de huurbescherming zullen vallen.
Voor de liefhebber wat is huurbescherming en wat valt er onder?
Huurbescherming
Huurbescherming beschermt huurders tegen het opzeggen van de huur door de eigenaar of verhuurder. Zowel bewoners van zelfstandige als van onzelfstandige woningen (zoals studentenkamers) hebben recht op huurbescherming.
Huurbescherming geldt ook voor geliberaliseerde huurcontracten[1]. Eventuele medehuurders, medebewoners en onderhuurders hebben ook huurbescherming. Voor bewoners van hospitakamers geldt gedeeltelijke huurbescherming (gaat over het algemeen in na 9 maanden).
Consequenties
Huurbescherming betekent dat als de verhuurder de huur opzegt en de huurder het daarmee niet eens is, de verhuurder altijd naar de rechter moet om de huurder eruit te krijgen.
Zolang de rechter niet heeft beslist dat de huurder het huis uit moet, loopt de huurovereenkomst gewoon door. Als de huurder in hoger beroep gaat, loopt de huurovereenkomst meestal door totdat de rechter in hoger beroep heeft beslist dat de huurder de woonruimte moet verlaten. Als de huurder niet in hoger beroep gaat, wordt de uitspraak van de lagere rechter na een bepaalde tijd onherroepelijk en kan de huurder eruit gezet worden. Soms kan de rechter in geval van zeer ernstige wanprestatie onmiddelijke ontruiming uitspreken
Huurbescherming geldt niet voor de huurders van:
* woonschepen (woonboten);
* winkelwoningen;
* dienstwoningen;
* recreatiewoningen zoals vakantiewoningen en seizoenwoningen;
* kamers in verzorgingshuizen.