Wie heeft mijn bedrijfsgeheim gepikt? Voorstel richtlijn bescherming

Bijna elke onderneming heeft bedrijfsgeheimen. In overeenkomsten vaak aangeduid als “ vertrouwelijke bedrijfsinformatie” of “ niet openbaar gemaakte informatie”. Denk voor bedrijfsgeheimen aan een unieke formule, een bedrijfsprocedé, een recept of een marketingconcept. Voor elke onderneming, ongeacht de omvang of de economische sector waartoe het bedrijf behoort, zijn dergelijke bedrijfsgeheimen van grote waarde. Zij kunnen de unieke positie van een onderneming bepalen.

 

Bedrijfsgeheimen worden vaak niet beschermd door een intellectueel eigendomsrecht, zoals een auteursrecht of een octrooi. Dit maakt optreden bij het ‘stelen’ van bedrijfsgeheimen niet eenvoudig. Alleen in situaties waarin iemand een bedrijfsgeheim op onrechtmatige wijze heeft verkregen (bijvoorbeeld door diefstal of omkoping) kan een onderneming op enige bescherming tegen misbruik van de gestolen bedrijfsgeheimen rekenen. Het probleem in dit soort situaties is dat de veroorzaakte schade door het ‘stelen’ van het bedrijfsgeheim vaak niet eenvoudig te kwantificeren is.

 

Tot nu toe zijn bedrijven die informatie geheim willen houden – en daarmee willen beschermen – dan ook aangewezen op het sluiten van geheimhoudingsovereenkomsten. In die overeenkomst staat welke informatie geheim is en wordt – bij voorkeur – een boeteclausule opgenomen om te zorgen dat bij het schenden van de geheimhouding de discussie over de schade niet meer gevoerd hoeft te worden: er wordt aanspraak gemaakt op de boete.

 

Op dit moment is de bescherming dus gering. Echter “ de ontwikkeling en het beheer van kennis en informatie zijn steeds bepalender geworden voor het succes van de EU-economie.” Daarom heeft Europa nieuwe regels voorgesteld voor “ de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan”.

 

De ‘scheppers’ van bedrijfsgeheimen worden door de richtlijn beschermd. Deze richtlijn stelt deze personen/ondernemingen in staat zich te verweren tegen oneerlijke praktijken waarmee een derde, zonder de aan onderzoek of reverse-engineering verbonden kosten te hoeven te maken, de vertrouwelijke informatie in handen wil krijgen om zo gebruik te kunnen maken van de innoverende oplossingen. Producten die met de verkregen vertrouwelijke informatie worden gemaakt, kunnen van de markt worden geweerd. Ook andere regelingen die we kennen uit de handhaving van intellectuele eigendomsrechten kunnen ten aanzien van deze producten worden toegepast.

 

De richtlijn zal – zo verwacht men – op deze wijze een positief effect hebben op de grensoverschrijdende samenwerking tussen ondernemingen en onderzoekers uit verschillende EU-landen en daarmee de innovatie en economische groei verder stimuleren.

 

Al met al een behoorlijke verbetering van de positie voor bedrijven met geheimen.