IPad voor LB toch een computer en geen communicatiemiddel

RTL verstrekte in december 2010 aan al haar 664 werknemers in vaste dienst een iPad ter waarde van € 699. RTL paste het eindheffingsregime toe op de iPads en maakte vervolgens bezwaar omdat zij vond dat sprake was van een communicatiemiddel in de zin van artikel 15b, lid 1, onderdeel f, Wet LB (tekst 2010) en niet van een computer in de zin van artikel 15b, lid 1, onderdeel s, Wet LB (tekst 2010). Rechtbank Haarlem verklaarde het beroep van RTL ongegrond maar Hof Amsterdam besliste dat de iPads moesten worden ingedeeld in de categorie communicatiemiddelen. De staatssecretaris ging in cassatie. De Hoge Raad besliste dat artikel 15b, lid 1, Wet LB in de onderdelen f en s een onderscheid maakte tussen respectievelijk de vergoeding voor telefoon, internet en dergelijke communicatiemiddelen – niet zijnde computers en dergelijke apparatuur en bijbehorende apparatuur – en de vergoeding voor computers en dergelijke apparatuur en bijbehorende apparatuur. Het onderscheid in twee elkaar uitsluitende categorieën dwong tot indeling van een apparaat in één van die categorieën. Eerst moest worden beoordeeld of de iPads moesten worden gerekend tot de “computers en dergelijke apparatuur en bijbehorende apparatuur” en pas bij een ontkennende beantwoording van die vraag moest volgens de Hoge Raad worden onderzocht of de iPads konden worden gerangschikt onder de categorie “telefoon, internet en dergelijke communicatiemiddelen”. Het Hof had dit miskend. De Hoge Raad deed de zaak zelf af en besliste dat uit de wetsgeschiedenis van artikel 15b, lid 1, onderdeel s, Wet LB volgde dat bij “dergelijke apparatuur” in de zin van die bepaling kon worden gedacht aan elektronische apparatuur die geheel of gedeeltelijk was bedoeld voor taken die ook met een computer konden worden verricht. De omschrijving van de iPad liet volgens de Hoge Raad geen andere conclusie toe dan dat deze in gelijke of zelfs sterkere mate dan digitale agenda’s en GPS-apparatuur waren bedoeld voor taken die ook konden worden verricht door een computer. De Hoge Raad besliste dat de iPad moest worden gerangschikt onder de in artikel 15b, lid 1, onderdeel s, Wet LB bedoelde categorie en verklaarde het beroep in cassatie van de staatssecretaris gegrond.

(Bron: FUTD)