Een minsaldo aan vakantiedagen: terugbetalingsplicht of vrij spel?

Het kwik bereikte deze week op enkele plekken temperaturen van meer dan 40 graden Celsius. Bij dergelijke temperaturen stromen de verzoeken tot het opnemen van vakantiedagen doorgaans binnen. Wanneer de bedrijfsvoering dit toelaat stem je hier als werkgever graag mee in. Het kan echter gebeuren dat een werknemer op enig moment meer vakantiedagen heeft opgenomen dan opgebouwd, bijvoorbeeld wanneer de werknemer eerder uit dienst treedt dan verwacht. De vraag doet zich voor of een werkgever vervolgens gerechtigd is het minsaldo aan vakantiedagen met de eindafrekening te verrekenen.

De opbouw van vakantie

Volgens de wet heeft een werknemer elk jaar recht op viermaal de arbeidsduur per week aan vakantie. Bij een dienstverband van 40 uur per week komt dit neer op 20 vakantiedagen van 8 uur per dag. Deze dagen zijn niet in januari ineens beschikbaar maar worden gedurende het jaar opgebouwd. Dit betekent dat een werknemer die geen vakantie overheeft van het afgelopen jaar en in de maand januari een aantal weken op vakantie gaat, na zijn vakantie een minsaldo heeft opgebouwd.

Verrekenen met de eindafrekening

De rechtspraak is verdeeld over de vraag of een dergelijk minsaldo aan vakantiedagen met de eindafrekening mag worden verrekend. Veel rechters zijn van mening dat hiervoor geen wettelijke grondslag bestaat. De wet bepaalt namelijk alleen dat een plussaldo aan vakantiedagen bij het eindigen van een dienstverband moet worden uitbetaald. Zo oordeelde de rechtbank Haarlem in 2010 dat een werkgever die besluit om in te stemmen met vakantie waarvoor het vakantiesaldo niet toereikend is, vervolgens achteraf niet het minsaldo aan vakantiedagen met de eindafrekening kan verrekenen. De werkgever had vooraf met de werknemer moeten afspreken dat het minsaldo bij uitdiensttreding met de eindafrekening zou worden verrekend. Door dit niet te doen waren de vakantiedagen een gunst van de werkgever geworden.

De rechtbank Limburg kwam in 2018 echter tot het oordeel dat er wel degelijk sprake was van een wettelijke grondslag om vakantiedagen te verrekenen met de eindafrekening. Vakantiedagen zijn volgens de rechtbank namelijk een op te bouwen tegoed op uitbetaling van loon op dagen waarop niet wordt gewerkt. Wanneer er teveel vakantiedagen worden opgenomen, wordt er door de werkgever dus ook teveel loon uitbetaald. Als een werknemer vervolgens uit dienst treedt voordat de vakantiedagen kunnen worden opgebouwd, dan is de eerdere uitbetaling van loon tijdens vakantie onverschuldigd geweest, zodat de werknemer dit loon moet terugbetalen.

Conclusie

De rechtspraak is vooralsnog verdeeld over de vraag of een minsaldo aan vakantiedagen met de eindafrekening kan worden verrekend. Voor werkgevers is er echter een simpele oplossing: spreek vooraf met een werknemer af dat een eventueel minsaldo met de eindafrekening wordt verrekend. Dit kan in de arbeidsovereenkomst maar ook in een toepasselijk personeelsreglement. Zo voorkom je als werkgever dat welwillendheid tot het verlenen van vakantie uiteindelijk voor eigen rekening komt. Pas na gedane arbeid is het immers goed rusten