All posts in Kennisbank voor de Zelstandige zonder personeel(ZZP), belastingen, boetes

Wanneer je een huis gaat kopen, heb je waarschijnlijk een hypotheek nodig. De hoogte van je hypotheek wordt onder andere berekend op basis van de woningwaarde en je inkomen. Maar welke impact heeft je hypotheek op je maandelijkse vaste lasten? Dit is afhankelijk van een aantal factoren, zoals het eigenwoningforfait en hypotheekrenteaftrek. In dit artikel lees je hier meer over.

Wat zijn de maandlasten van een hypotheek?

Je hypotheeklasten kun je onderscheiden in twee soorten: bruto en netto maandlasten. Het bedrag dat je iedere maand aan je geldverstrekker betaalt noemen we je bruto hypotheeklast. Deze bruto maandlast bestaat meestal uit twee delen: hypotheekrente en aflossing. De hoogte van deze hypotheeklast is afhankelijk van meerdere factoren, zoals de hoogte van je hypotheek, je inkomen, de looptijd en de hypotheekvorm.

Maar hier blijft het niet bij. Als huiseigenaar krijg je ook te maken met het zogenoemde eigenwoningforfait én een belastingvoordeel in de vorm van hypotheekrenteaftrek. Als je daarmee rekening houdt, dan kom je uit op de netto maandlasten van je hypotheek.

Wat is het eigenwoningforfait?

Het eigenwoningforfait is een bedrag dat je als huiseigenaar moet aangeven bij je belastingaangifte. Dit bedrag wordt bovenop je belastbaar inkomen geteld. Maar alleen als je een koopwoning hebt die je hoofdverblijf is. De Belastingdienst ziet dit bedrag namelijk als inkomen uit je eigen woning. De hoogte van het woningforfait is gebaseerd op de WOZ-waarde van de woning. Deze waarde stelt de gemeente ieder jaar opnieuw vast en brengen je hiervan op de hoogte. Het eigenwoningforfait is een percentage van die WOZ-waarde. Welk percentage dat is, ziet u in de tabel eigenwoningforfait 2018.

Rekenvoorbeeld

Stel, je woning waar je het hele jaar in woont heeft een WOZ-waarde van € 230.000,-. Je rekent dan met 0,70%. Het eigenwoningforfait komt in dit geval neer op € 1.610,-. Dit bedrag geef je dan aan bij je belastingaangifte.

Eigenwoningforfait 2018

Woningwaarde Eigenwoningforfait
meer dan niet meer dan
€12.500 0%
€12.500 €25.000 0,25%
€25.000 €50.000 0,40%
€50.000 €75.000 0,55%
€75.000 €1.060.000 0,70%
€1.060.000 € 7.420 + 2,35% van de waarde van de woning boven €1.060.000

Hypotheekrenteaftrek: de financiële meevaller

Gelukkig heb je met een eigen woning ook recht op belastingvoordeel. De betaalde hypotheekrente is namelijk aftrekbaar. Heb je na 1 januari 2013 voor het eerst een hypotheek afgesloten? Dan heb je alleen recht op hypotheekrenteaftrek als je een lineaire hypotheek of annuïteitenhypotheek hebt afgesloten voor een periode van maximaal 30 jaar. Heb jij je hypotheek voor 2013 afgesloten? Dan heb je ook recht op hypotheekrenteaftrek met een andere hypotheekvorm, zoals een aflossingsvrije hypotheek of een (bank)spaarhypotheek.

Bij het afsluiten van je hypotheek heb je bovendien recht op een eenmalige aftrek van kosten. Hieronder vallen bijvoorbeeld de kosten van de hypotheekakte bij de notaris en taxatiekosten.

Stel, je betaalt in het eerste jaar € 10.000,- aan hypotheekrente en aflossing. Dit zijn dan je bruto hypotheeklasten. Van deze €10.000,- is €6.000,- rente. Deze betaalde hypotheekrente kun je aftrekken voor de inkomstenbelasting. Het eigenwoningforfait bedraagt €1.700,-. Hiermee komt het belastbaar inkomen uit je eigen woning neer op negatief €4.300,- (€1.700,- minus €6.000,-). Gemiddeld betaal je 40% aan inkomstenbelasting, je belastingvoordeel is dan €1.720,- (40% x € 4.300,-). Je netto hypotheeklasten bedragen dan op jaarbasis €8.280,- (€ 10.000,- minus €1.720,-).

Let op: dit is een vereenvoudigd voorbeeld om het verschil tussen netto en bruto hypotheeklasten duidelijk te maken.

Hoeveel maandlasten kan ik betalen?

Je hypotheeklasten zijn niet je enige vaste lasten per maand. De kosten voor verzekeringen, gas, water en licht, internet en tv en gemeentelijke belastingen komen hier nog bovenop. Na het betalen van deze kosten wil je ook iedere maand voldoende overhouden voor je dagelijkse boodschappen. Daarnaast wil je nog kunnen genieten, door bijvoorbeeld je hobby’s uit te oefenen of een keer uit eten te gaan.

Hoeveel je kunt betalen voor je hypotheek is dus niet alleen afhankelijk van je inkomen, maar ook van je levensstijl en je voorkeuren. Het gaat niet alleen om wat je kunt lenen, maar ook om hoeveel je wilt lenen.

Zet eens voor jezelf op een rijtje hoeveel je nu maandelijks uitgeeft. Bepaal vervolgens hoeveel je over wilt houden. Op basis hiervan kun je kijken hoeveel je wilt lenen. En wil je op basis van je eigen inkomen een indicatie van je bruto maandlasten berekenen?

Kom je er niet uit? Overleg eens met een accountant.

Wil de inspecteur een vergrijpboete opleggen nadat hij al de naheffingsaanslag heeft opgelegd, dan moet hij aan een aantal bepalingen voldoen. Sowieso gelden er rondom het opleggen van boetes veel fiscale regels.

De fiscus heeft een aantal methoden om medewerking van belastingplichtigen en inhoudingsplichtigen af te dwingen of gedragingen te bestraffen. Een van deze methoden is het opleggen van een fiscale boete. Er bestaan twee verschillende soorten fiscale boeten: de verzuimboete en de vergrijpboete. Binnen deze twee categorieën zijn verschillende beboetbare feiten te constateren. De twee verschillende boetesoorten hebben ieder een eigen doel.

Verschil tussen verzuim- en vergrijpboete

Een verzuimboete heeft tot doel een gebod tot nakoming van fiscale verplichtingen te bewerkstelligen. Bij een verzuim speelt opzet, grove schuld en wetenschap in beginsel geen rol. In feite is sprake van een soort ordeboete. De vergrijpboete is gericht op het bestraffen van een handelen of nalaten waarbij er sprake is van opzet of grove schuld.

Grove schuld en opzet

Grove schuld en opzet zijn gradaties van verwijtbaarheid. Het belang van het onderscheid is vooral gelegen in de strafmaat. Bij grove schuld beloopt de boete in principe 25% van de verschuldigde belasting, in geval van opzet 50%. Bij herhaling van het vergrijp binnen vijf jaar worden deze percentages verdubbeld. De inspecteur zal moeten bewijzen dat daadwerkelijk sprake is van grove schuld of opzet.

Vergrijpboete bij naheffing

In artikel 67f van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR) is onder meer bepaald dat de inspecteur voor het (gedeeltelijk) niet of niet tijdig betalen van afdrachtbelastingen een vergrijpboete kan opleggen tot maximaal 100% van het onbetaald gebleven bedrag. In geval van grove schuld legt de inspecteur in beginsel een vergrijpboete op van 25% en bij opzet in beginsel 50%.

Niet gelijktijdig opleggen

In het vijfde lid van artikel 67f AWR wordt verwezen naar de bepaling dat de inspecteur binnen zes maanden na het vaststellen van de naheffingsaanslag alsnog een boete kan opleggen. Er moet dan sprake zijn van feiten of omstandigheden die pas later bekend werden. Bovendien moeten aanwijzingen bestaan dat het aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige is te wijten dat te weinig belasting is geheven. Als dit gebeurt, moet de inspecteur tegelijkertijd met het opleggen van de naheffingsaanslag aan de belastingplichtige mededelen dat wordt onderzocht of een vergrijpboete gerechtvaardigd is.

Rechtspraak

Bij Gerechtshof Amsterdam was de vraag aan de orde of de standaardmededeling ‘Een vergrijpboete is op zijn plaats indien er sprake is van opzet of grove schuld’ in een brief die voorafging aan de naheffingsaanslag voldoende was. Volgens het hof was dit inderdaad het geval en kon de brief worden beschouwd als de mededeling die in de wet wordt genoemd. Hierbij was het niet van belang dat de mededeling niet op hetzelfde moment werd gedaan als dat de naheffingsaanslag werd opgelegd.

Grove schuld

In deze zaak bewees de inspecteur bovendien dat sprake was geweest van grove schuld. De aangiften omzetbelasting die de belanghebbende deed, sloten niet aan bij de administratie. Verder maakte de belastingadviseur jaarlijks voor belanghebbende een herrekening, maar de verschillen uit de herrekening gaf de belanghebbende niet aan op een suppletieaangifte btw. De vergrijpboete bleef in stand.

(Bron: Taxence)