De 11 belangrijkste aftrekposten van 2011 in de prive-aangifte inkomstenbelasting

Aftrekpost 1: De eigen woning
Ook dit jaar levert de eigen ­woning de meeste aftrek op. Ten eerste is natuurlijk de hypotheekrente aftrekbaar gedurende maximaal 30 jaar. Daarbij is het volgende belangrijk om te weten:

  • Een aantal kosten zijn alleen aftrekbaar in het jaar dat u de woning koopt.
  • Sommige kosten zijn niet ‘direct’ aftrekbaar, maar als u er geld voor hebt geleend, valt deze schuld in box 1. De rente die u daarover betaalt, is wél aftrekbaar.

Aftrekpost 2: Geen (of kleine) eigenwoningschuld
Wie z’n hypotheekschuld voortvarend wegwerkt, wordt beloond met een extra aftrekpost. Deze regeling komt erop neer dat woningbezitters die hun huis (bijna) hebben afbetaald, geen eigen­woningforfait meer bij hun ­inkomen hoeven op te tellen.

Voorbeeld
Joke heeft een eigen woning met een WOZ-waarde van €200.000. Zij heeft de hypotheek helemaal afgelost. In haar aangifte moet ze het forfait aangeven van 0,55% van €200.000 = €1100. Omdat ze geen hypotheekrente meer aftrekt, krijgt ze een aftrekpost van €1100. Per saldo geeft ze dus niets aan.

Aftrekpost 3: Rijksmonument
Bent u eigenaar van een Rijks­monument? Voor de Belastingdienst is het van belang of het gaat om een eigen woning (belast in box 1) of een andere onroerende zaak (box 3). Is het monument een eigen woning, dan zijn de onderhoudskosten, lasten (met uitzondering van financierings­lasten) en afschrijvingen aftrekbaar, verminderd met 0,8 procent van de eigenwoningwaarde.

Is het monument geen eigen woning, dan zijn alleen de onderhoudskosten aftrekbaar, verminderd met 4 procent van de waarde in het economische verkeer. De kosten, lasten en afschrijvingen op het monumentenpand mogen in hun totale omvang hetgeen ­gebruikelijk is niet overtreffen. Goed om te weten: ook de kosten van monumentale tuinen en parken kunnen vallen onder monumentenuitgaven.

Aftrekpost 4: Lijfrentepremies
Sinds 2011 zijn lijfrentepremies alleen aftrekbaar in het kalenderjaar waarin ze zijn betaald. Dit geldt niet voor ondernemers; zij kunnen wél bij de aangifte van 2011 lijfrentepremies aftrekken die ze in de eerste zes maanden van 2012 hebben betaald of verrekend.Het gaat onder meer om:

  • Premies voor lijfrenten of bankspaarproducten voor het opvangen van een pensioentekort. Denk aan de oudedagslijfrente, nabestaandenlijfrente en tijdelijke oudedagslijfrente (waarvan de jaarlijkse opbrengst maximaal €20.602 bedraagt).
  • Premies voor lijfrenten voor een meerderjarig invalide ­(klein)kind (die stoppen bij zijn of haar overlijden).
  • Een bijdrage voor een ANW-­uitkering wegens een onver­zekerbaar overlijdensrisico.

Goed om te weten: de aftrekbaarheid van lijfrentepremies is afhankelijk van uw jaar- en ­reserveringsruimte. Deze kunt u berekenen op www.belastingdienst.nl

Aftrekpost 5: Reiskostenaftrek
U komt in aanmerking voor reiskostenaftrek als er sprake is van ‘regelmatig woonwerkverkeer’ met het openbaar vervoer. U moet ten minste eenmaal per week heen en weer reizen, en op jaarbasis 40 dagen of meer. Afhankelijk van de afstand naar het werk (enkele reis) loopt de aftrek op van €428 per jaar tot €2001 (bij 90 km en meer). Kreeg u van uw werkgever een reiskostenvergoeding? Dan moet u deze van het vaste bedrag aftrekken.

Aftrekpost 6: Auto van de zaak
Rijdt u als werknemer in een auto van de zaak? Als u zelf kosten betaalt (bijvoorbeeld de benzine op vakanties), dan kunt u dit bedrag in mindering brengen op de bijtelling privégebruik. Deze bijtelling zal de werkgever in zijn loonadministratie opnemen en verwerken in de jaaropgaaf.

Aftrekpost 7: Alimentatie en andere onderhoudsverplichtingen
Gescheiden? Dit kunt u bij uw ­belastingaangifte aftrekken:

  • Betaalde partneralimentatie.
  • Betaalde afkoopsommen voor alimentatie aan de ex-partner (dus niet: kinderalimentatie).
  • Op u verhaalde bijstand of ­WIJ-uitkering (Wet Investerenin Jongeren).
  • Dat wat u bij de scheiding betaald hebt om pensioenrechten, lijfrenten en andere inkomensvoorzieningen te verrekenen.

Aftrekpost 8: Levensonderhoud kinderen
Uitgaven aan kinderen tot 30 jaar met onvoldoende inkomen of vermogen om in het eigen onderhoud te voorzien, mag u aftrekken als de kosten per kwartaal minstens €408 bedragen. Er mag geen recht bestaan op kinderbijslag of een overeenkomstige buitenlandse regeling. Het kind mag ook geen recht hebben op een (voorwaardelijke) gift, of prestatiebeurs volgens de Wet op de studie­financiering.
In het overzicht hieronder staat wat u kunt aftrekken:

Aftrekpost 9: Ziekte of invaliditeit
Bij de aftrekpost voor zorgkosten door ziekte of invaliditeit moet u aan verschillende voorwaarden voldoen. Ten eerste: alleen uitgaven van en voor de ­volgende personen zijn aftrekbaar: de belastingplichtige, de partner, de kinderen jonger dan 27 jaar, thuiswonende ernstig gehandicapte personen van 27 jaar of ouder, en de bij belastingplichtige inwonende zorgafhankelijke ouders, broers en zusters. Daarnaast geldt:

  • Het zijn kosten waarvoor geen vergoeding wordt gekregen, en waarvoor u geen recht op een vergoeding hebt van bijvoorbeeld de (aanvullende) zorgverzekering, uw werkgever of de bijzondere bijstand.
  • Kosten die onder een verplicht of vrijwillig eigen risico vallen, zijn niet aftrekbaar.
  • Het zijn kosten waardoor de drempel wordt overschreden. Deze drempel bestaat uit verschillende percentages en is ­afhankelijk van het inkomen.

Verder geldt: u mag het bedrag van de uitgaven voor specifieke zorgkosten verhogen als u aan ­bepaalde voorwaarden voldoet.

U kunt de kosten verhogen met 113 procent als u aan het begin van het jaar 65 jaar of ouder bent én als uw drempel­inkomen over 2011 niet hoger is dan €33.485. Het drempelinkomen is het totaal van uw inkomsten en aftrekposten in box 1, 2 en 3, maar zonder uw persoonsgebonden aftrek.

Bent u jonger dan 65 jaar? Dan is de verhoging 40 procent.

Let op: de verhoging geldt niet voor geneeskundige en heelkundige hulp en voor reiskosten in verband met ziekenbezoek. Kosten die u niet vergoed krijgt omdat u geen basiszorgverzekering hebt afgesloten, zijn niet aftrekbaar.

Goed om te weten: krijgt u een tegemoetkoming via het CAK (Centraal Administratiekantoor) voor kosten die u maakt als chronisch zieke of gehandicapte? Dit is geen ‘vergoeding’ en daarom hoeft u uw aftrek niet te verlagen met deze tegemoetkoming. Dit geldt ook als u een tegemoet­koming krijgt van het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) als u arbeids­ongeschikt bent.

De volgende specifieke ­zorgkosten mag u opvoeren als aftrekpost:

  • Geneeskundige en heelkundige hulp. Daaronder vallen kosten voor de huisarts, tandarts, fysiotherapeut of specialist. Let op: uitgezonderd zijn ooglaserbehandelingen ter vervanging van bril of contactlenzen.
  • Verpleging in een ziekenhuis of een andere verpleeginstelling.
  • Paramedische behandelingen door (of op voorschrift en onder begeleiding van) een arts, zoals acupunctuur, revalidatie, logo­pedie of homeopathie.
  • Vervoer op doktersvoorschrift.
  • Verstrekte farmaceutische hulpmiddelen.
  • Andere hulpmiddelen. Uitgezonderd zijn brillen, contactlenzen en overige hulpmiddelen voor het gezichts­vermogen.
  • Extra gezinshulp voor zover meer dan een drempel.
  • Extra kosten voor dieet die zijn voorgeschreven in een dieetverklaring die is afgegeven door arts of diëtist (forfaitaire bedragen).
  • Extra kleding en beddengoed en daarmee samenhangende extra uitgaven (forfaitaire bedragen).
  • Bepaalde verbouwingen aan de woning.
  • Reizen wegens regelmatig ziekenbezoek. Met de auto €0,19 per km. Met ander vervoer ­(bijvoorbeeld openbaar vervoer) de werkelijke kosten.

Aftrekpost 10: Weekenduitgaven voor gehandicapten
Extra uitgaven voor de verzorging van een persoon die ernstig gehandicapt is, 27 jaar of ouder is, en doorgaans in een inrichting verblijft, kunt u aftrekken. De aftrek geldt voor gehandicapte kinderen, een gehandicapte broer of zus, of een onder mentorschap gesteld gehandicapt persoon. De volgende bedragen mag u aftrekken:

  • €10 per dag voor verzorging van de gehandicapte door de belastingplichtige.
  • €0,19 per km voor het vervoer van de gehandicapte per auto door de belastingplichtige, over de reisafstand tussen de plaats waar de gehandicapte en de belastingplichtige doorgaans verblijft.

Aftrekpost 11: Giften
De Belastingdienst maakt onderscheid tussen periodieke en andere giften. Bij periodieke giften gaat het om vaste en gelijkmatige periodieke betalingen die uiterlijk bij overlijden eindigen. De giften moeten worden gegeven aan kerkelijke, levensbeschouwelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke of algemeen nut beogende instellingen of verenigingen, die door de Belastingdienst als zodanig zijn bestempeld.

Periodieke giften zijn altijd aftrekbaar wanneer het gaat om een jaarlijkse verplichting voor ten minste vijf jaar, die bij de notaris met een akte is vastgelegd. Bij andere giften geldt ook dat ze gedaan moeten zijn aan de hierboven genoemde instellingen. Ze zijn pas aftrekbaar als de giften samen meer bedragen dan €60 én meer dan 1 procent zijn van het verzamelinkomen voor aftrek van de persoonsgebonden aftrek. U mag tot maximaal 10 procent van dit verzamelinkomen aftrekken als gift.

Het is goed om per situatie na te gaan wat fiscaal handig kan zijn. Neem gerust via info@ambitions.nu contact met ons op.

Bron: Geld & Recht bewerkt