Regels omtrent verzuimboete bij aangifte

Wanneer een aangifte niet binnen de daarvoor (in de aanmaning) gestelde tijd wordt ingediend, legt de Belastingdienst een verzuimboete op. De inspecteur mag geen verzuimboete opleggen als de belastingplichtige geen enkel verwijt treft (‘afwezigheid van alle schuld’ of avas). In de regel is het inschakelen van een ‘gerenommeerd kantoor’ voor het verzorgen van de aangifte voldoende voor een beroep op avas door een belastingplichtige. Dit tenzij, zoals in deze zaak wordt geconstateerd, de adviseur in het verleden al eerder steekjes heeft laten vallen en belanghebbende er niet voldoende ‘bovenop’ heeft gezeten.

De belanghebbende heeft zijn belastingadviseur gevraagd zijn aangifte inkomstenbelasting voor hem te verzorgen. Twee weken voor de datum waarop de aangifte ingediend moet zijn, ontvangt hij een brief van de Belastingdienst dat indieningdatum nadert. Wanneer ruim een maand later de aangifte niet bij de fiscus is binnengekomen, wordt de belastingplichtige door de fiscus gemaand zijn aangifte alsnog binnen twee weken in te dienen. Bij het niet tijdig doen van de vereiste aangifte zal, zo geeft de Belastingdienst aan, een boete worden opgelegd.

Bezwaar door adviseur Belanghebbende heeft de herinnering en de aanmaning naar zijn belastingadviseur gestuurd. Een jaar later ontvangt hij een aanslag. De Belastingsdienst heeft de aanslag ‘ambtshalve’ vastgesteld en voorzien van boete omdat er geen aangifte is ingediend. De adviseur maakt namens zijn cliënt bezwaar tegen de aanslag en de boete. In het bezwaar meldt hij dat hij de aangifte heeft opgesteld, maar dat blijkbaar is verzuimd een laatste aanvullende handeling te verrichten om de aangifte daadwerkelijk elektronisch te verzenden. Bij de ontvangst van de herinnering en de aanmaning was de adviseur er nog van overtuigd dat de aangifte was verzonden. Eerst bij de ambtshalve aanslag kwam aan de orde dat dat (toch) niet het geval was.

Vertrouwen niet gerechtvaardigd De belastingplichtige is het niet eens met de verzuimboete die de inspecteur hem heeft opgelegd. Hij stelt dat hij erop mocht vertrouwen dat zijn gemachtigde – die in dienst was bij een gerenommeerd kantoor – de aangifte op tijd zou indienen, zodat hem in dezen geen schuld treft. Rechtbank Breda en ook Hof ’s-Hertogenbosch oordelen dat hoewel een belastingplichtige er inderdaad op mag vertrouwen dat een gerenommeerd kantoor zijn aangifte op tijd indient, er zich omstandigheden kunnen voordoen, waarbij dit vertrouwen niet gerechtvaardigd is. De adviseur heeft al eerder aangiften te laat ingediend. Onder deze omstandigheden mocht belanghebbende er volgens het hof niet op vertrouwen dat het enkel doorsturen van een herinnering en aanmaning voldoende was om ervoor te zorgen dat de aangifte tijdig zou worden ingediend. Het hof is van oordeel dat daarom niet kan worden gezegd dat hij alle in redelijkheid te verlangen zorg heeft betracht om de aangifte tijdig te doen. Het beroep op afwezigheid van alle schuld faalt.

Tot slot De Belastingdienst legt een verzuimboete op wanneer een belanghebbende de aangifte niet binnen de in de aanmaning gestelde termijn heeft gedaan. Aan de aanmaning gaat overigens altijd een herinnering vooraf.  Alleen wanneer er sprake is van afwezigheid van alle schuld (avas) zal de Belastingdienst geen verzuimboete opleggen. Het is daarbij van belang of de belastingplichtige kan laten zien dat hij alle in de gegeven omstandigheden, in redelijkheid van hem of haar te vergen zorg heeft betracht om er voor te zorgen dat de aangifte tijdig wordt ingediend. Het alleen maar, en zonder overleg, toezenden van de herinnering en de aanmaning aan de belastingadviseur is in dit geval onvoldoende om te concluderen dat belanghebbende aan zijn zorgplicht heeft voldaan. Helemaal omdat in het verleden zijn adviseur al eerder te laat is geweest met het indienen van aangiften. Hoewel dus het enkele inschakelen van een gerenommeerd advieskantoor in beginsel voldoende is voor het vermoeden dat een belastingplichtige de benodigde zorg voor het indienen van een juiste, tijdige en volledige aangifte in acht heeft genomen, wordt zeker gekeken naar de zorgvuldigheid en taakvervulling van de individuele adviseur. (Hof ‘s-Hertogenbosch, 23 juli 2013, Zaaknummer 12-00310)