Doorschuifverklaring geldig, geen BPM

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde vorig jaar dat een ondernemer wiens bestelauto, ruim na de verkoop van zijn onderneming, op naam van koper werd gesteld, de naheffingsaanslag BPM gewoon moest betalen. Hof Den Bosch oordeelde onlangs anders.

Als ondernemer met een bestelauto met grijs kenteken moet men vijf jaar aan de voorwaarden van de grijskentekenregeling voldoen om niet geconfronteerd te worden met een naheffingsaanslag BPM. Verkoopt de ondernemer de auto voor dat de vijfjaarstermijn is verstreken aan een andere ondernemer die gebruik kan maken van de grijskentekenregeling, dan ontloopt de ondernemer de naheffingsaanslag BPM. Men moet de auto dan middels van een doorschuifverklaring overdragen. Zit er echter een te lange tijd tussen de bedrijfsoverdracht per 1 juli 2012 (de auto hoort tot de bedrijfsboedel) en de auto op naam van de koper zetten, dan vindt de inspecteur dat er toch BPM moet worden betaald en Rechtbank Zeeland-West-Brabant was het daar mee eens.
De auto van de ondernemer, eigendom van een leasemaatschappij, wordt uiteindelijk op 23 maart 2013 op naam van de nieuwe eigenaar gezet. Deze heeft, sinds 1 juli 2012, in het kader van zijn onderneming gebruik gemaakt van de bestelauto. Volgens de verkoper is de vertraging van de formele overdracht van de auto te wijten aan de leasemaatschappij. Het hof vindt dat de verkoper voldoende heeft aangetoond dat hij er alles aan heeft gedaan om de auto zo snel mogelijk te laten overschrijven. Aan alle overige vereisten is voldaan. De naheffingsaanslag wordt vernietigd.

(Bron: SDU)