Aanslag erfbelasting voor 11-jarig zoontje volgde uit testament vader

Y had op 25 juli 2003 een testament opgemaakt waarin hij Z als enige erfgenaam benoemde als hij geen afstammelingen zou achterlaten. Y en Z waren niet gehuwd en hadden geen geregistreerd partnerschap. Op 2 september 2004 werd de zoon (X) van Y en Z geboren. Y paste zijn testament niet aan. Op 25 augustus 2013 overleed Y. De inspecteur legde aan X een aanslag erfbelasting van € 37.648 op, gebaseerd op een belaste verkrijging van € 247.369 en een vrijstelling van € 19.535. De 11-jarige X ging in beroep en stelde dat hij en zijn moeder Z beiden recht hadden op de helft van de nalatenschap. Volgens X legde de inspecteur het testament te strikt uit, omdat het niet de bedoeling van zijn vader kon zijn geweest om zijn moeder uit te sluiten van de nalatenschap. Rechtbank Den Haag handhaafde echter de aanslag. Op het hoger beroep van X heeft Hof Den Haag de uitspraak van de Rechtbank bevestigd. Alleen X kon worden aangemerkt als erfgenaam van Y, omdat Z niet was gehuwd met Y en niet was geregistreerd als zijn partner. Uit het testament vloeide niet voort dat Z recht had op een deel van de nalatenschap. X had volgens het Hof niet aannemelijk gemaakt dat het testament niet de wil van Y weergaf of dat Y bij het opmaken daarvan niet kon worden geacht zijn wil daarover te bepalen. Het testament was in duidelijke bewoordingen gesteld. De partner was in het testament aangewezen als erfgenaam wanneer er geen afstammelingen waren. Tot slot verwierp het Hof het beroep van X om op basis van het gelijkheidsbeginsel een besluit van 25 maart 2013 toe te passen. Volgens het Hof deed zich geen van de daarin genoemde gevallen voor en kon het besluit niet worden toegepast in gevallen die daarin niet waren opgenomen. Verder was geen sprake van een ongelukkige redactie van het testament waarbij iemand tegen de bedoeling van de erflater in werd uitgesloten van de nalatenschap, en was ook niet duidelijk dat Y zou zijn vergeten om het testament aan te passen. Bij de erfstelling was immers al rekening gehouden met eventuele afstammelingen.

(Bron: FUTD)