Hypotheekrenteaftrek: Woning door medegebruik studerende neef geen eigen woning meer

Diplomaat X werd in november 2009 uitgezonden naar het buitenland. Zijn echtgenote ging mee, maar hun twee dochters bleven in de eigen woning in Nederland wonen. Sinds september 2009 stond ook een neef van X in verband met zijn studie ingeschreven op het adres van deze woning. De inspecteur nam de woning daarom voor 2010, 2011 en 2012 niet meer in aanmerking als eigen woning van X. Het gebruik van de woning door de neef kwalificeerde volgens de inspecteur als de terbeschikkingstelling van de woning aan een derde in de zin van artikel 3.111, lid 6, onderdeel a, Wet IB 2001. Rechtbank Zeeland-West-Brabant was het daarmee eens. Tot de derden in de zin van die bepaling moesten worden gerekend al degenen die niet behoorden tot het huishouden van de belastingplichtige. De neef logeerde in de woning wanneer hij colleges had en maakte dan gratis gebruik van de logeerkamer. Hij was vaak niet aanwezig en verbleef regelmatig bij zijn ouders. De neef was dus niet gaan behoren tot het huishouden van X. De inspecteur had de woning terecht niet als eigen woning aangemerkt, maar opgenomen in de heffingsgrondslag van box III.

(Bron: FUTD)