Oordeel EHRM over box 3 geldt voor iedereen

Staatssecretaris Snel van Financiën heeft aangegeven dat als de procedure over de box 3-heffing bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in het voordeel van de belastingplichtige wordt beslecht, deze uitkomst ook zal gelden voor alle anderen. De belastingplichtigen die onder de massaalbezwaarprocedure 2013 en 2014 vallen hoeven dan niet ook nog naar het EHRM te stappen om hun gelijk te krijgen.

In juni 2019 heeft de Hoge Raad aangegeven dat de box 3-heffing over 2013 en 2014 in strijd was met artikel 1 van het EVRM, maar onze hoogste rechter vond wel dat er dan ten aanzien van de heffing sprake moest zijn van een buitensporig zware last.  De Bond voor Belastingbetalers is hierop in opdracht van een aantal belastingplichtigen een procedure gestart bij het EHRM. Zij wil van het EHRM weten of de box 3-heffing over 2013 en 2014 een schending is van artikel 1 van het EVRM.

Eenzelfde financiële vergoeding krijgen

Krijgen deze belastingplichtigen gelijk dan zouden in principe alle andere belastingplichtigen die onder de massaalbezwaarprocedure vallen ook een individueel verzoekschrift bij het EHRM moeten indienen om gelijk te krijgen. Dit vindt de staatssecretaris echter ongewenst. Hij belooft daarom dat als het EHRM concludeert dat de box 3-heffing een schending van artikel 1 van het EVRM is in de zaak van de Bond voor Belastingbetalers, alle deelnemers aan de massaalbezwaarprocedure uit de aanwijzing eenzelfde financiële vergoeding krijgen als de belastingplichtigen uit de EHRM-zaak.

(Bron: Rendement)