All posts in Nieuws voor de Zelfstandige zonder personeel (ZZP), belastingnieuws, belastingaangifte of belastingaanslag

De betaalpauze van 3 maanden, voor het aflossen van de opgebouwde belastingschuld in verband met corona, is onlangs verlengd naar zes maanden. Lees hier wat dit voor jou betekent.

Vanaf 1 oktober 2022 moeten bedrijven starten met het aflossen van hun opgebouwde belastingschuld in verband met corona. Besloten was dat, onder voorwaarden, een betaalpauze van drie maanden kan worden ingelast. Deze betaalpauze is onlangs verlengd naar zes maanden.

Aflossen

Het aflossen van de belastingschuld moet in beginsel plaatsvinden vanaf 1 oktober 2022 in zestig maandelijks gelijke termijnen. Dat betekent dat de schuld in vijf jaar moet zijn afgelost.

Tip! Voor sommige bedrijven staat de Belastingdienst, onder voorwaarden, een termijn van zeven jaar toe.

Jacqueline RijsbergenSenior belastingadviseur

 0528-355234 jacqueline.rijsbergen@jonglaan… Bezoek Linkedln paginaE-mail Jacqueline

Deel deze pagina

whatsapp
linkedin
facebook
twitter
email

Versoepelingen

Op verzoek is het, onder voorwaarden, ook mogelijk om de schuld per kwartaal af te lossen. Daarnaast kan de ondernemer eenmalig schriftelijk verzoeken om een betaalpauze. Deze betaalpauze bedroeg in eerste instantie maximaal drie maanden, maar is onlangs verlengd naar maximaal zes maanden.

Voorwaarden betaalpauze zes maanden

Voorwaarden voor de betaalpauze van maximaal zes maanden is dat uit het schriftelijke verzoek blijkt waaruit de aflossingsproblemen bestaan. Daarnaast moeten vanaf 1 april 2022 alle reguliere belastingschulden op tijd zijn voldaan.

Let op! De termijn waarbinnen moet zijn afgelost, wordt door de betaalpauze niet verlengd. Dit betekent dat na de betaalpauze de maand- of kwartaalbedragen verhoogd worden.

Digitaal

Staatsecretaris Van Rij heeft toegezegd dat verzoeken om gebruik te maken van de versoepelingen vanaf november 2022 via een digitaal loket bij de Belastingdienst kunnen worden ingediend. Hij gaf verder aan dat de wens van verdergaande digitalisering voor de toekomst hoog op de agenda staat.

(Bron: De Jong en Laan)

Op 24 december 2021 zette de Hoge Raad met een verrassend arrest een streep door de spaartaks. Er mag niet over méér worden geheven dan over het werkelijk genoten rendement. Bezwaarmakers kregen gelijk en (mogelijk) recht op vermindering, afhankelijk van de omstandigheden. Nu is er ook een antwoord op de vraag hoe de Belastingdienst omgaat met de niet-bezwaarmakers.  

Hebben niet-bezwaarmakers recht op vermindering? 

Kunnen spaarders ook geld terugkrijgen als ze niet binnen 6 weken bezwaar tegen de betreffende aanslag inkomstenbelasting hebben gemaakt? Formeel kan dat niet, maar in de wet staat dat je wel ambtshalve vermindering van de aanslag kan aanvragen tot 5 jaar na afloop van het betreffende jaar. De vraag was of dat voor vermindering van de heffing in box 3 ook zou kunnen werken. 

De Hoge Raad heeft dit jaar echter beslist dat de Belastingdienst een verzoek om ambtshalve vermindering van een te hoge aanslag over box 3 niet hoeft toe te kennen. Het gevolg van dit arrest is dat de overheid juridisch niet verplicht is om niet-bezwaarmakers tegemoet te komen voor de (achteraf) te hoge heffing over het box 3 vermogen. Dit arrest maakt ook duidelijk dat een verzoek om ambtshalve vermindering om een tegemoetkoming te krijgen, weinig zin heeft. 

Verschillende opties voor compensatie 

Staatssecretaris van Rij heeft verschillende opties in kaart gebracht om mensen die geen bezwaar hebben gemaakt tegen de heffing in box 3 toch tegemoet te komen. Dit ging om de volgende mogelijkheden: 

  • Volledige tegemoetkoming voor niet-bezwaarmakers of; 
  • Gedeeltelijke tegemoetkoming voor niet-bezwaarmakers, waarbij verschillende mogelijkheden zijn uitgewerkt 

Het volledig tegemoetkomen van de niet-bezwaarmakers kost ongeveer 7 miljard euro.  

Definitief geen compensatie 

De Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft rond Prinsjesdag een Kamerbrief gepubliceerd waarin hij uitgebreid ingaat op de overwegingen van het kabinet bij het besluit om geen tegemoetkoming te bieden aan niet-bezwaarmakers tegen de box 3-heffing. In het kort komt het erop neer dat voor een tegemoetkoming van iedereen met box 3 vermogen geen geld beschikbaar is/kan komen. Alle manieren van een gedeeltelijke compensatie of een compensatie van een specifieke doelgroep is ingewikkeld en zou tot nieuwe procedures kunnen leiden. Gelet op de huidige economische situatie heeft het kabinet daarom besloten om het beperkt beschikbare geld in te zetten voor het ondersteunen van de koopkracht van burgers en om geen herstel te bieden aan niet-bezwaarmakers. 

Toch ambtshalve vermindering aanvragen? 

Hoewel de Hoge Raad eerder dit jaar heeft beslist dat de Belastingdienst een verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag mag afwijzen, is er een kleine kans dat dit gerechtelijke oordeel toch nog wijzigt in een nieuwe procedure. De reden is dat in die procedure niet alle argumenten op tafel zijn gekomen. In een bezwaar- en beroepsprocedure tegen een afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering ontstaat bij de rechter een nieuwe (kleine) kans op succes. 

Heb je geen bezwaar gemaakt en wil je kans op een teruggave houden, overweeg dan om ambtshalve vermindering aan te vragen bij de Belastingdienst. Voor het belastingjaar 2017 is het dan van belang dat je het verzoek voor 31 december 2022 indient. 

(Bron: Alfa)

Heeft u eerder corona-uitstel van betaling gekregen voor uw belastingschulden, dan moet u deze vanaf 1 oktober 2022 in 60 maanden terugbetalen. In een Kamerbrief van 8 september 2022 heeft Staatssecretaris Van Rij van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst de vormgeving van versoepelingen van de betalingsregeling van de corona-belastingschuld bekendgemaakt.

Verlenging van vijf naar zeven jaar

Is uw bedrijf verder financieel gezond, maar heeft u alleen te maken met tijdelijke liquiditeitsproblemen, dan kunt u onder voorwaarden een verlenging krijgen van de betalingsregeling van vijf naar zeven jaar.

De voorwaarden worden nog verder uitgewerkt in een beleidsbesluit, maar de verlening geldt in ieder geval niet voor:

  • Bedrijven die gebruik hebben gemaakt van het belastinguitstel, maar er financieel niet slecht voorstaan.
  • Bedrijven die een corona-belastingschuld hebben opgebouwd, maar de jaren voor corona niet of nauwelijks winst hebben gemaakt.
  • Bedrijven met een openstaande corona-belastingschuld lager dan € 10.000.

Als u in aanmerking komt voor een verlenging, dan kunt u een gemotiveerde aanvraag met een liquiditeitsprognose indienen bij de Belastingdienst gedurende de hele looptijd van de betalingsregeling. De schriftelijke onderbouwing wordt zwaarder bij een belastingschuld hoger dan € 50.000.

Flexibilisering

Alle bedrijven en ondernemers, ook die met een belastingschuld lager dan € 10.000, komen in aanmerking voor kwartaalaflossing en een eenmalige betaalpauze van maximaal 3 maanden. Het toekennen van een betaalpauze leidt niet tot een verlenging van de duur van de betalingsregeling. De resterende termijnen worden dan dus hoger. Verzoeken voor een betaalpauze of kwartaalbetaling worden tijdens de betalingsregeling eenmalig ingewilligd.

TIP U moet invorderingsrente betalen als u een belastingaanslag niet op tijd betaalt. Dat geldt ook voor de openstaande belastingschuld die onder de betalingsregeling valt. De invorderingsrente is in verband met de coronacrisis tijdelijk verlaagd van 4% naar 0,01%. Máár die invorderingsrente gaat nu wel stapsgewijs terug naar het oude niveau. Op 1 juli 2022 is de rente al verhoogd naar 1%. Op 1 januari 2023 vindt een verdere verhoging plaats naar 2%, om vervolgens in 2 stappen uit te komen op 4% op 1 januari 2024.
U hoeft niet vast te houden aan de terugbetaling van de belastingschuld in 60 maanden. Heeft u de mogelijkheid om versneld de schuld af te lossen, dan kan het met het oog op de stijgende invorderingsrente juist voordelig zijn om dat ook te doen.

(Bron: Flynth)

Ouders die na een echtscheiding de zorg voor een of meer kinderen jonger dan 12 jaar verdelen en daarnaast werken, kunnen beiden recht hebben op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK). Er wordt dan al snel gesproken over co-ouderschap. De zorg voor het kind of de kinderen moet dan min of meer gelijkelijk tussen beide ouders worden verdeeld. Als dat onvoldoende gebeurt, is er in fiscale zin geen sprake van co-ouderschap en mist een van beide ouders mogelijk de IACK. We zetten hier alles wat u moet weten rondom de IACK op een rij.

Hoeveel bedraagt de IACK

De IACK bedraagt dit jaar 11,45% van uw arbeidsinkomen boven € 5.153, met een maximum van € 2.815 per jaar. U moet wel ten minste € 5.153 verdienen of, wanneer u ondernemer bent, recht hebben op de zelfstandigenaftrek.

Voorwaarden IACK

  • U hebt een kind dat geboren is ná 31 december 2008 en in 2021 minstens 6 maanden is ingeschreven op uw woonadres. Bent u co-ouder? Dan mag uw kind ook zijn ingeschreven op het adres van uw ex.
  • U hebt geen fiscale partner of u hebt minder dan 6 maanden een fiscale partner. Of u hebt langer dan 6 maanden een fiscale partner én u verdient minder dan uw fiscale partner.

Wanneer bent u co-ouder?

U bent in 2021 co-ouder als het kind in een herhalend ritme in totaal minimaal 156 dagen per kalenderjaar bij elke ouder is. Over de verdeling van de zorg is nogal wat te doen geweest, met verschillende rechterlijke uitspraken. Zo gold tot voor kort nog dat het kind minstens drie dagen per week bij een ouder moest verblijven om aan de voorwaarden te voldoen. Die eis is nu versoepeld doordat het aantal dagen op jaarbasis wordt beoordeeld, mits er sprake is van een zekere regelmaat.

Rechtzaak: een dag is écht 24 uur

Eerder kwam een zaak voor de Hoge Raad waarin opnieuw de verdeling van de zorgplicht tussen ouders aan de orde kwam. De ouders in deze zaak hadden een kind van één jaar dat een aantal dagen per week van ’s ochtends 7.30 uur tot ’s avonds 19.30 uur bij de moeder verbleef. Deze merkte dit verblijf aan als één dag, maar de Hoge Raad ging hier niet in mee. De Hoge Raad besliste dat één dag moet worden opgevat als 24 uur. Omdat momenteel de eis gesteld wordt dat een kind minstens 156 dagen per jaar bij een ouder verblijft, is het arrest ook nu nog van belang.

Op de site van de Belastingdienst wordt aangegeven dat ook dagdelen meetellen. Dit komt bijvoorbeeld neer op drie dagen per week. Of de rechter deze uitleg onderschrijft, is nog onzeker.

Tip! Wilt u op zeker spelen, spreek dan een schema af waarbij u uw kind(eren) per jaar ten minste 156 hele dagen van 24 uur verzorgt, in een herhalend ritme.

Tip! Heeft u twee of meer jonge kinderen met uw ex-partner? Door bij ieder (minstens) één kind in te schrijven, voldoet u beiden automatisch aan de voorwaarden zolang het betreffende kind jonger is dan 12 jaar. U hoeft dan niet te voldoen aan de ingewikkelde regels van co-ouderschap.

(Bron: DRV)

Ondernemers die in 2020 een Tozo-uitkering ontvingen én een partner hebben, kunnen bij de aangifte over 2020 geconfronteerd worden met een belastingheffing bij die partner. Dit is het gevolg van het feit dat de Tozo voor 50% aan die partner wordt toegerekend. Deze heffing kan in de honderden euro’s lopen.

Tozo is gezinsinkomen

Zelfstandigen die door corona in financiële moeilijkheden zijn gekomen, kunnen sinds maart 2020 in aanmerking komen voor de Tozo (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers). Via de Tozo kan het inkomen van een zelfstandige worden aangevuld tot het bestaansminimum. Dit is maximaal € 1.500. De Tozo kon in de eerste maanden ook worden verkregen als de partner van een zelfstandige zelf wel voldoende inkomen had.

De Tozo is een uitkering die juridisch valt onder de bijstandsregel- en wetgeving, daardoor wordt de Tozo wordt gezien als bijstand aan het gezin en is dus gezinsinkomen. Dit betekent dat 50% van de uitkering wordt toegerekend aan de partner.

Heeft u een partner?

De toerekening van de Tozo geschiedt voor zelfstandigen met een partner voor 50% aan de partner, die hier ook zelf belasting over moet betalen. De gemeente houdt hier bij het uitbetalen wel rekening mee, maar niet met het feit dat de partner wellicht al een deel van de heffingskorting gebruikt vanwege eigen inkomsten.

Heffingskorting

Als de heffingskorting al helemaal of deels gebruikt is vanwege inkomsten van de partner zelf, wordt het deel van de Tozo dat aan de partner wordt toegerekend belast tegen het belastingtarief dat hoort bij het totale inkomen. Dit wordt zichtbaar bij het doen van de belastingaangifte over 2020, waardoor de partner wellicht meer inkomstenbelasting moet betalen dan normaal.

Commotie over de belastingheffing bij de Tozo

Er is veel commotie over de wijze van belastingheffing over de Tozo-uitkering. Er is namelijk niet door de overheid duidelijk gecommuniceerd dat de Tozo een gezinsinkomen volgens de bijstandsregelgeving is en zowel bij de zelfstandige als partner als inkomen wordt beschouwd. Diverse organisaties hebben aangegeven dit bespreekbaar bij de overheid te maken. Vooralsnog moeten in de aangiften inkomstenbelasting de Tozo uitkeringen bij iedere partner aangegeven worden. Mocht dit veranderen dan houden we u natuurlijk op de hoogte.

(Bron: DRV)

Op de portalen van de Belastingdienst en de Douane worden vertrouwelijke gegevens verwerkt. Het is daarom belangrijk dat ondernemers veilig kunnen inloggen op deze portalen. De lidstaten van de EU hebben samen de eIDAS-verordening gemaakt. Hierin staan de eisen voor de betrouwbaarheidsniveaus van inlogmiddelen. De portalen van de Belastingdienst en de Douane moeten worden beveiligd met betrouwbaardere inlogmiddelen, zoals eHerkenning. eHerkenning is vergelijkbaar met DigiD, maar dan voor bedrijven. De Belastingdienst eist eHerkenning met niveau 3 om in te loggen op Mijn Belastingdienst Zakelijk. Het oude ondernemersportaal van de Belastingdienst kan thans nog worden gebruikt voor het indienen van btw-aangiften, maar dit gaat op termijn worden stopgezet.

Om ondernemers tegemoet te komen, komt er een compensatieregeling. Alle organisaties die eHerkenning alléén nodig hebben voor het doen van hun belastingaangiften kunnen gebruikmaken van de regeling. Dit geldt niet voor eenmanszaken. Zij kunnen aangifte doen met DigiD.

Compensatie kosten eHerkenning

De regeling compenseert één eHerkenningsmiddel per organisatie per jaar. De machtiging aan een intermediair wordt niet gecompenseerd. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) betaalt de vergoeding van € 24,20 inclusief btw rechtstreeks uit aan de ondernemer die kosten heeft gemaakt voor de aanschaf van het Belastingdienst eH3-inlogmiddel. Het bedrag van de vergoeding is gebaseerd op de laagste prijs in de markt. De vergoeding kan online worden aangevraagd via de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Compensatie kosten intermediair of software als geen eHerkenning mogelijk is

eHerkenning kan thans alleen worden aangevraagd door organisaties die in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel zijn ingeschreven. Niet alle belastingplichtigen kunnen zich echter in het Handelsregister inschrijven. Zij kunnen op dit moment dus ook nog geen eHErkenning aanvragen. Wordt er thans loonaangifte of aangifte vennootschapsbelasting gedaan via het oude portaal voor ondernemers van de Belastingdienst en is er geen inschrijving bij KvK waardoor geen eHerkenning kan worden aangevraagd? Dan dient u voorlopig aangifte te doen via een softwarepakket of met behulp van een intermediair. Ook dan is er recht op compensatie van maximaal € 450 inclusief btw per kalanderjaar via Aanvraag Vergoeding kosten aanschaf aangiftesoftware of inhuur intermediair.

Meer algemene informatie is terug te vinden op eHerkenning aanvragen.

(Bron: Van Oers)

Eén van de belangrijke maatregelen die de overheid heeft getroffen om ondernemingen te helpen tijdens de coronacrisis is een ruimhartig beleid inzake het verkrijgen van uitstel van betaling voor belastingschulden. Daarbij maakt de Belastingdienst onderscheid tussen uitstel voor maximaal drie maanden en uitstel voor langer dan drie maanden.

Kort uitstel (voor drie maanden)

Als u een verzoek tot bijzonder uitstel (i.v.m. corona) doet op of na 12 maart 2020, dan zal de Belastingdienst de invorderingsmaatregelen opschorten voor drie maanden. Dit geldt dan zowel voor aanslagen waar u op dat moment uitstel voor heeft gevraagd, als de aanslagen die in die drie maanden nog extra zijn opgelegd. Het moet daarbij wel gaan om de belastingschulden die voor bijzonder uitstel in aanmerking komen. Dat zijn: loonheffingen, omzetbelasting, inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, vennootschapsbelasting, kansspelbelasting, assurantiebelasting, verhuurderheffing, milieubelastingen (energiebelasting en opslag duurzame energie- en klimaattransitie (ODE), kolenbelasting, afvalstoffenbelasting, belasting op leidingwater), accijnzen en verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken. Vanaf tijdvakken vanaf 1 mei 2020 kunt u als vergunninghouder van personenauto’s ook uitstel van betaling krijgen voor de bpm.

Na afloop van deze drie maanden is het dan in beginsel zo dat u weer aan uw nieuwe betalingsverplichtingen moet gaan voldoen. Het aflossen van de achterstallige schulden moet u doen vanaf 1 oktober 2021 gedurende een periode van maximaal 36 maanden in gelijke termijnen. Uiteraard mag u ook eerder starten met aflossen.

Voor zogenaamde ‘pre corona belastingschulden’ (schulden die nog van voor de corona crisis stammen, waar u wellicht al een afwijkende regeling voor had getroffen) geldt dat deze tijdelijk ‘mee’ mochten gaan in de drie maanden uitstel. Als u geen verlenging heeft aangevraagd, mogen deze pre coronaschulden niet mee worden genomen in de betalingsregeling van 36 maanden, maar moeten dan direct worden voldaan.

U kunt ook uitstel aanvragen voor een langere periode. Dat kunt u nu direct doen, maar u kunt ook nog wachten, als u nog niet weet of u langer uitstel nodig heeft.

NB. Mocht u eerst kort uitstel hebben aangevraagd en toch langer uitstel nodig hebben, dan moet dit  in beginsel worden aangevraagd vóór het aflopen van de drie maandstermijn. Voor het aanvragen van de verlenging van het uitstel is een speciaal digitaal formulier beschikbaar.

Langer dan drie maanden uitstel

Aan uitstel langer dan drie maanden worden meer eisen gesteld dan aan het korte uitstel van drie maanden. Deze voorwaarden zijn:

  • De bestaande betalingsproblemen maken langer uitstel noodzakelijk.
  • Deze betalingsproblemen zijn hoofdzakelijk door de coronacrisis ontstaan.
  • Er is wel telkens regulier aangifte gedaan.
  • Het uitstel geldt alleen voor de specifieke belastingschulden waarvoor corona-uitstel mogelijk is. 
  • Als de totale belastingschuld ten tijde van ontvangst van het verzoek om uitstel € 20.000 of meer bedraagt is een verklaring van een derde-deskundige vereist.
  • De ondernemer moet verklaren geen dividenden en bonussen te zullen uitkeren, of eigen aandelen te zullen inkopen.

Omvang totale belastingschuld

Meer of minder dan 20.000 euro
Als de totale belastingschuld minder dan 20.000 euro bedraagt (op het moment van de eerste aanvraag van uitstel), hoeft er geen speciale verklaring bij het verzoek te worden gevoegd. Wel zult u aannemelijk moeten maken dat u aan de overige voorwaarden voldoet, namelijk dat uw betalingsproblemen er (nog steeds) zijn en dat ze hoofdzakelijk door de coronacrisis zijn veroorzaakt. Het is dus niet zo dat uw problemen alléén door de coronacrisis mogen komen, maar andere redenen mogen dus alleen bijkomstig zijn.

Meer dan 20.000 euro: derde-deskundige verklaring
Is de totale openstaande belastingschuld meer dan € 20.000 ten tijde van het eerste verzoek om uitstel, dan moet een derde deskundige een verklaring verstrekken. In deze verklaring moet het volgende zijn opgenomen:

  • Een verklaring dat aannemelijk is dat sprake is van werkelijke betalingsproblemen op het moment van het verzoek om uitstel of naar verwachting op korte termijn daarna (met deze korte termijn bedoelt de overheid met name aan te sluiten bij de periode waarin de actuele coronabeperkingen van het kabinet ten aanzien van uw onderneming gelden).
  • Een verklaring dat aannemelijk is dat deze betalingsproblemen hoofdzakelijk door de coronacrisis zijn ontstaan.
  • Een liquiditeitsprognose die volgens de derde-deskundige plausibel is. 

De eerste twee vereisten zullen naar verwachting weinig discussie opleveren. De laatste eis zal het meest lastige zijn om in te vullen. Het zal immers niet altijd meevallen om een plausibele liquiditeitsprognose op te stellen als nog niet duidelijk is wanneer de ondernemer zijn bedrijf weer goed kan opstarten. 

De prognose mag echter worden opgesteld aan de hand van de feiten en omstandigheden die op het moment van het indienen van het verzoek om uitstel van betaling bekend zijn. Enige inschatting zal daarbij altijd onvermijdelijk zijn.

Wie komt in aanmerking als derde-deskundige? 

De verklaring van de derde hoeft geen assuranceverklaring te zijn. De verklaring hoeft niet, maar mag wel door een externe accountant worden opgesteld. Het mag ook gaan om een externe consultant, een externe financier of een brancheorganisatie. Wel is het vanzelfsprekend aan de ontvanger om te beoordelen of de verklaring van voldoende kwaliteit is. 

Zonder meer uitstel, of toch meer voorwaarden?

Het is niet zo dat er altijd automatisch uitstel wordt verleend. In de meeste gevallen zal dat wel het geval zijn, echter kan de ontvanger in bijzondere omstandigheden er toch toe besluiten om geen uitstel te verlenen of al verleend uitstel van betaling in te trekken. Dat doet zich bijvoorbeeld voor als de ontvanger vreest dat zijn verhaalsmogelijkheden in gevaar komen.
Krijgt u geen uitstel? Neem dan contact met ons op. 

Hoe wordt het lange bijzondere uitstel verder afgewikkeld?

Indien u uitstel heeft voor langer dan drie maanden, geldt dit voor belastingaanslagen die uiterlijk worden opgelegd tot en met 30 juni 2021. Met ingang van 1 oktober 2021 moet u uw nieuwe betalingsverplichtingen hervatten. Ook moet u dan beginnen met het aflossen van de achterstallige schulden. U kunt aflossen gedurende een periode van maximaal 36 maanden in maandelijks gelijke termijnen. Bij verlengd uitstel mag u ook pre coronaschulden meenemen in de betalingsregeling van 36 maanden.

Mocht u de schulden niet binnen deze periode kunnen aflossen, neem dan contact met ons op. Wellicht kan de ontvanger in overleg overgaan tot het toepassen van maatwerk.

(Bron: BDO)

De Eerste Kamer heeft in december 2020 ingestemd met de belastingplannen van het kabinet voor 2021. Nu ook de Senaat akkoord is, staan de tarieven voor de inkomsten-/loonbelasting en de vennootschapsbelasting definitief vast. Een overzicht.

De Tweede Kamer had de plannen al medio november goedgekeurd, inclusief een paar wijzigingen. Zo is de belastingvrijstelling voor schenkingen tijdelijk opgehoogd. Het Belastingplan 2021 kreeg bij de stemming een grote meerderheid in de Eerste Kamer. Alleen de Partij voor de Dieren, de SGP en de SP stemden tegen.

Twee schijven inkomstenbelasting en loonbelasting

De goedkeuring door de Eerste Kamer betekent dat een groot aantal belastingplannen nu echt van start kan. Dat geldt onder meer voor de investeringskorting BIK, het opschroeven van de vrijstelling in box 3, de wijziging van de overdrachtsbelasting en de invoering van een vliegbelasting voor passagiers met een tarief van € 7,845 per vlucht.
Ook staan de tarieven voor de inkomsten- en loonbelasting voor 2021 nu definitief vast. Het tarief in de eerste schijf daalt daarmee in 2021 van 37,35% naar 37,1%. Dit tarief geldt tot een inkomen van € 68.507, dit is gelijk aan 2020. Boven deze inkomensgrens geldt een tarief van 49,5%. Een tabel met alle tarieven en de opbouw daarvan vindt u op de site van belastingdienst. Tegelijkertijd gaat ook de afbouw van het aftrektarief door: diverse posten, zoals de hypotheekrenteaftrek zijn in 2021 nog maar tegen 43% aftrekbaar. Volgens eerdere berichten wordt deze afbouw de komende jaren zo voortgezet:

Jaar20192020202120222023
Maximaal aftrektarief49%46%43%40%37,05%

Vrije ruimte kleiner, laag tarief VPB daalt

Ook staat nu vast dat de vrije ruimte in de werkkostenregeling in 2021 kleiner wordt. Tot een loonsom van € 400.000 is de vrije ruimte 1,7% (dat is dit jaar als ‘coronamaatregel’ opgehoogd naar 3%). Boven deze grens daalt het percentage vrije ruimte van de huidige 1,2% naar 1,18%.
Verder zien ondernemingen het lage tarief in de vennootschapsbelasting (VPB) in 2021 zakken, van 16,5% naar 15%. Dit tarief geldt bovendien tot een winst van € 245.000, tegen € 200.000 nu. Het hoge VPB-tarief blijft staan op 25%.

Belastingdruk bij verschillende ondernemingsvormen

De Eerste Kamer heeft bij de behandeling van het Belastingplan 2021 ook nog twee moties aangenomen. Eén daarvan gaat over de verschillende belastingdruk voor ondernemers voor de inkomstenbelasting (zzp’ers bijvoorbeeld) en VPB-plichtige ondernemers (zoals een bv). De motie vraagt het kabinet om onderzoek te doen naar een ‘meer neutrale behandeling’ van ondernemers voor de inkomstenbelasting en VPB-ondernemers. De Senaat wil de uitkomsten uiterlijk in de eerste helft van 2021 hebben.
Ook was er voldoende steun voor een motie die het kabinet vraagt om belastingvoorstellen voortaan te voorzien van een zogeheten ‘doenvermogentoets’. Ofwel: kunnen belastingplichtigen uit de voeten met nieuwe regels, of zijn ze te complex?

(Bron: Rendement)

Er zijn twee belangrijke wijzigingen doorgevoerd met betrekking tot de uitstel van betaling van belastingen:

✔️ Ondernemers die voor 1 oktober uitstel hebben aangevraagd, kunnen dit verlengen tot 1 januari 2021. 
✔️ Ondernemers die tot nu toe (nog) geen uitstel van betaling van belastingen hebben aangevraagd, kunnen dit alsnog doen.
Dit kan tot 1 januari 2021. 

Motie van Tweede Kamer

Bovenstaande betekent dat niet alleen ondernemers die vóór 1 oktober uitstel hebben aangevraagd dit kunnen verlengen, maar dat ook degenen die nog geen uitstel hebben aangevraagd dit alsnog kunnen doen. De Tweede Kamer had hier een motie voor ingediend. 

Aflossen vanaf 1 juli 2021

De belastingschulden waarvoor uitstel wordt verkregen, moeten in beginsel vanaf 1 juli 2021 worden afgelost. Hiervoor krijgen ondernemers 36 maanden de tijd.

Uitstelportaal heropend

De Belastingdienst zal het digitale uitstelportaal vanaf 4 november heropenen. Via dit portaal kunnen ondernemers uitstel van betaling van belastingen aanvragen. Verzoeken tot uitstel die al langs een andere weg bij de Belastingdienst zijn binnengekomen, zal de Belastingdienst ook in behandeling nemen.

(Bron: De Jong & Laan)

De regering heeft een breed noodpakket voor de coronacrisis bekend gemaakt. Om ondernemers in liquiditeitsproblemen te helpen is er bijzonder uitstel van betaling van belastingaanslagen mogelijk. De Belastingdienst zet de rente op (bijna) 0%. Aanvragen van bijzonder uitstel of verlenging is nog mogelijk tot 1 januari 2021. De betalingsregeling start op 1 juli 2021 en duurt 36 maanden. Wat is er mogelijk en waar moet jij als ondernemer rekening mee houden?

Betalingsuitstel (3 maanden) nog aan te vragen tot 1 januari 2021
Betalingsregeling belastingschulden na bijzonder uitstel
Verlenging bijzonder uitstel belastingaanslagen tot 1 januari 2021
Voor welke belastingen is bijzonder uitstel mogelijk?
Invorderingsrente naar (bijna) 0%
Langer betalingsuitstel nodig?
Aangifte btw en loonheffingen doen
Uitstel van betaling aanslagen vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting
Belastingrente in aanslagen
Uitstelverzoek is ook melding betalingsonmacht
Verlaging voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting
Verzoek verlaging voorlopige aanslag mogelijk

Betalingsuitstel (3 maanden) nog aan te vragen tot 1 januari 2021

Als je als ondernemer door de coronacrisis acute betalingsproblemen hebt, kun je met een brief om uitstel van betaling (laten) vragen. Deze mogelijkheid zou eindigen op 1 oktober 2020, maar is alsnog verlengd tot 1 januari 2021. Dit kan belangrijk zijn als je als ondernemer door de tweede coronagolf alsnog betalingsruimte nodig hebt.

Het verzoek hoef je maar éénmalig in te dienen. Je krijgt dan voorlopig uitstel van betaling, de invorderingsmaatregelen worden gestopt en een eventuele verzuimboete wordt geschrapt. Je krijgt vanaf het moment van je verzoek 3 maanden uitstel van betaling voor de aanslagen die op dat moment openstaan. Het uitstel geldt automatisch ook voor de aanslagen die aan jou daarna in de periode van 3 aan jou worden opgelegd. Wil je dat wij je helpen bij een verzoek om bijzonder uitstel van betaling? Neem dan contact op met je klantbeheerder. 

Betalingsregeling belastingschulden na bijzonder uitstel

Veel ondernemers hebben al eerder bijzonder uitstel van belastingbetalingen aangevraagd. De Belastingdienst heeft bekendgemaakt hoe zij straks met een betalingsregeling de belastingschulden alsnog gaan innen. Als ondernemer met uitstel krijg je hierover een brief.

Betalingsregeling
Dit is belangrijk om te weten over de afbetaling van de belastingschuld:

  • Vanaf 1 juli 2021 gaat voor de openstaande belastingschuld een betalingsregeling lopen tot 1 juli 2024.
  • Je mag de openstaande belastingschuld in 36 maandelijkse termijnen aflossen.
  • Krijg je belastingteruggaven, dan worden die tot 1-7-2024 niet verrekend.
  • De rente blijft tot 31-12-2021 (bijna) 0%.

Deze regeling komt in de plaats van de eerdere plannen voor een betalingsregeling van 24 maanden vanaf 1 januari 2021, en is dus ruimer geworden.

Nieuwe aangiften en aanslagen
Als je uitstel van betaling van 3 maanden is afgelopen, dan moet je alle nieuwe aangiften en aanslagen vanaf 1 oktober 2020 weer op tijd betalen.

Kreeg je al eerder uitstel van 3 maanden en heb je langer uitstel nodig? Dan kan je nog tot 1 januari 2021 om verlenging van het uitstel vragen. Dit verlengde uitstel geldt dan ook voor de nieuwe aanslagen en aangiften tot 1 januari 2021. Meer hierover lees je in het vervolg van dit artikel.

Verlenging bijzonder uitstel belastingaanslagen tot 1 januari 2021

Heb je als ondernemer bijzonder uitstel lopen, maar red je het niet met de 3 maanden die je hebt gekregen? Het aanvragen van verlenging is nog steeds mogelijk, de termijn is versoepeld. Vraag je vóór 1 januari 2021 verlenging van het uitstel aan, dan krijg je langer uitstel voor alle aanslagen en aangiften tot 1 januari 2021. De belastingschuld komt daarna in de betalingsregeling die start op 1 juli 2021. Dit betekent wel dat je vanaf 1 januari 2021 alle nieuwe aangiften en aanslagen weer op tijd moet betalen.

Voor de verlenging van betalingsuitstel gelden voorwaarden. Meer hierover lees je verderop in dit artikel.     

Voor welke belastingen is bijzonder uitstel mogelijk?

Als je als ondernemer bent getroffen door de coronacrisis, kun je bijzonder uitstel voor betaling van belastingaanslagen krijgen. Het gaat dan om de volgende belastingaanslagen:

1. Naheffingsaanslagen loonheffingen
​2. Naheffingsaanslagen omzetbelasting 
3. Voorlopige en definitieve aanslagen vennootschapsbelasting 
4. Voorlopige en definitieve aanslagen inkomstenbelasting
5. Voorlopige en definitieve aanslagen premie zorgverzekeringswet 

Ook voor andere belastingaanslagen die je door de coronacrisis tijdelijk niet kunt betalen, kan verlenging van betalingsuitstel worden aangevraagd. Het gaat om de volgende aanslagen:

  • Kansspelbelasting
  • Assurantiebelasting
  • Verhuurderheffing
  • Milieubelastingen (EB/ODE, kolenbelasting, afvalstoffenbelasting, belasting op leidingwater)
  • Accijns (minerale oliën, alcohol en tabak)
  • Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken

Bijzonder uitstel van betaling voor gemeentelijke belastingen en waterschapsbelasting is ook mogelijk, maar dit is per gemeente of waterschap verschillend geregeld. Hiervoor moet je een apart verzoek indienen.

Invorderingsrente naar (bijna) 0%

Als je een aanslag niet op tijd betaalt, betaal je vanaf het einde van de betaaltermijn normaal gesproken 4% invorderingsrente. De invorderingsrente is sinds maart 2020 tijdelijk van 4% verlaagd naar 0,01%. Deze verlaging geldt tot 31 december 2021. De Belastingdienst neemt hiermee een belangrijke drempel weg om uitstel van betaling aan te vragen.  

Langer betalingsuitstel nodig?

Heb je betalingsuitstel voor je belastingen gehad en een aanvullend uitstel van betaling nodig vanwege de coronacrisis? Dan moet je voor 1 januari 2021 een aanvullende verzoek om betalingsuitstel (laten) indienen. Voor verlenging van het betalingsuitstel geldt dat jouw betalingsproblemen hoofdzakelijk door de coronacrisis moeten zijn ontstaan.

  • Bij een totale belastingschuld van minder dan 20.000 euro is een verzoek waarin je de oorzaak van de betalingsproblemen toelicht, voldoende.
  • Bij een belastingschuld van 20.000 euro of meer moet er een goede liquiditeitsprognose en  een deskundigenverklaring komen. Als jouw accountant zijn wij bevoegd een dergelijke verklaring op te stellen.  
  • Voor bv’s gaat tevens gelden dat de ondernemer moet verklaren dat geen dividenden en bonussen (aan de bestuurders) zullen worden uitgekeerd, of eigen aandelen worden ingekocht.

Bij het einde van de uitstelperiode ontvang je een voorstel voor een betalingsregeling.

Let op: een aanvullende voorwaarde voor langer dan 3 maanden betalingsuitstel is dat je hebt voldaan aan de aangifteplicht. Zie hierna.   

Aangifte btw en loonheffingen doen

De loonheffingen van een maand betaal je normaal gesproken op de aangifte die je doet in de maand daarna. Voor de btw doe je kwartaalaangifte in de maand na een kwartaal. Als je verzoekt om uitstel van betaling, moet je in maart 2020 en de maanden daarna wel je aangiften loonheffingen blijven indienen. Ook voor je kwartaalaangiften btw geldt dat je die tijdig moet blijven doen. Dat geldt dus ook als je betalingsproblemen hebt. Na het indienen wacht je dan de naheffingsaanslag af. Betaalverzuimboetes tijdens de periode dat je uitstel van betaling hebt, worden teruggedraaid. 

Let op: heb je al eerder een uitstelverzoek gedaan omdat er al een aanslag lag voor een andere belasting (bijvoorbeeld: inkomstenbelasting)? Dan is een uitstelverzoek niet meer nodig. De naheffingsaanslagen vallen dan automatisch onder het verleende bijzondere uitstel.

Uitstel van betaling aanslagen vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting

Heb je nu al een aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting voor 2019 of eerder die je moet betalen? Of ontvang je die binnenkort? Als je hiervoor door de coronacrisis geen liquide middelen hebt, dan is hiervoor ook uitstel van betaling mogelijk. Het uitstel kan zowel worden aangevraagd voor definitieve aanslagen als  voorlopige aanslagen (die niet meer kunnen worden verlaagd). Ook voor naheffingsaanslagen btw of loonheffingen die je hebt liggen of nog ontvangt, kan uitstel worden aangevraagd. Ook hiervoor geldt dat de invorderingsrente van 23 maart tot 31 december 2021 op (bijna) 0% is gezet.

Belastingrente in aanslagen  

De rente die wordt berekend in de aanslagen zelf (belastingrente) is sinds juni 2020 ook verlaagd naar 0,01%. Als je door coronacrisis pas laat je aangiften inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting kunt indienen, wordt er geen belastingrente meer berekend vanaf juli 2020 (inkomstenbelasting) en juni 2020 (vennootschapsbelasting). Ook voor de naheffingsaanslagen omzetbelasting en loonheffingen geldt dat vanaf juni 2020 geen belastingrente meer wordt berekend. De lage belastingrente geldt tot 1 oktober 2020. De rente voor aanslagen inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting is sinds 1 oktober 2020 4%. Voor aanslagen vennootschapsbelasting stijgt de rente op 31 december 2021 weer naar de torenhoge 8%. 

Let op: in aanslagen inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting 2018 vanwege een laat ingediende aangifte kan je dus nog wel een deel belastingrente (tot juni 2020) verwachten.

Uitstelverzoek is ook melding betalingsonmacht

Het is niet meer nodig om een aparte melding betalingsonmacht te doen. De Belastingdienst ziet jouw uitstelverzoek ook als een melding betalingsonmacht voor belastingtijdvakken vanaf februari 2020 tot 1 januari 2021. Voorwaarde is dat de betalingsonmacht door de coronacrisis moet zijn ontstaan.

De melding betalingsonmacht is belangrijk voor rechtspersonen, zoals BV’s. Bestuurders van rechtspersonen die de omzet- of loonbelasting niet kunnen betalen, moeten tijdig de betalingsonmacht melden, om bestuurdersaansprakelijkheid te voorkomen.

Verlaging voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting 

Als ondernemer heb je waarschijnlijk begin dit jaar al een voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting 2020 gehad. Daarbij is de winst over 2020 door de Belastingdienst ingeschat en betaal je de over 2020 verschuldigde inkomsten- en vennootschapsbelasting maandelijks (of in één keer) als voorschot vooruit. 

Verzoek verlaging voorlopige aanslag mogelijk 

Als de coronacrisis je hard raakt, kun je een verzoek om verlaging van de voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting bij de Belastingdienst indienen. Dit kan als je over 2020 minder winst verwacht te maken dan begin dit jaar door de Belastingdienst is ingeschat. De Belastingdienst zal je verzoek toewijzen. Verlaging van de voorlopige aanslag 2020 betekent dat je de komende maanden minder hoeft te betalen. Als bij de verlaging blijkt dat je de afgelopen maanden te veel hebt betaald, krijg je het verschil uitbetaald.