Fout geëtiketteerde woning na 16 jaar alsnog verplicht privévermogen

X en zijn broer dreven samen met hun vader in firmaverband een onderneming. De werkplaats van de onderneming bevond zich achter de woning (1) van Y en daarachter was nog een loods voor opslag. In augustus 1992 kochten vader en zoons een woning (2) naast de woning van Y, maar deze werd nooit gebruikt. Woning 2 werd steeds geëtiketteerd als ondernemingsvermogen. Per 1 januari 2002 trad Y uit de v.o.f. en werden beide woningen toegedeeld aan X en zijn broer. Het woongedeelte van woning 1 verhuurden zij aan Y. In oktober 2008 moesten zij woning 2 noodgedwongen verkopen. In zijn aangifte IB 2008 paste X de foutenleer toe en bracht hij woning 2 over naar zijn privévermogen. Bij de aanslagregeling corrigeerde de inspecteur de winst met het bedrag van de niet-aangegeven boekwinst. X ging in beroep. Rechtbank Noord-Nederland nam aan dat woning 2 alleen was bestemd voor bewoning, aangezien het een (bouwvallig) woonhuis betrof. De woning kon daarom niet worden gekwalificeerd als ondernemingsvermogen, tenzij sprake was van bijzondere omstandigheden. Volgens de Rechtbank had X aannemelijk gemaakt dat hiervan geen sprake was. De Rechtbank geloofde zijn verklaring dat hij ten tijde van de aankoop van woning 2 het voornemen had gehad om daar te gaan wonen uitsluitend om in zijn eigen woonbehoefte te voorzien. Dat dit voornemen om financiële redenen niet was gerealiseerd, liet onverlet dat sinds 1992 bij X de wil was blijven bestaan om zelf in woning 2 te gaan wonen. De Rechtbank vond ook dat X een plausibele verklaring had gegeven voor de bijdrage in de kosten van de aankoop van de woning door zijn broer en vader. X had aannemelijk gemaakt dat woning 2 sinds 1992 verplicht als privévermogen had moeten worden aangemerkt. Dit kon volgens de Rechtbank in het laatste openstaande jaar (2008) worden hersteld door overbrenging van woning 2 naar het privévermogen van X (en zijn broer) met ingang van 2008, waarbij de in voorgaande jaren in aanmerking genomen afschrijvingskosten tot de winst moesten worden gerekend. Het met de verkoop van de woning behaalde resultaat behoorde niet tot de winst uit onderneming. De Rechtbank verklaarde het beroep van X gegrond en verminderde de aanslag overeenkomstig de ingediende aangifte.