Prinsjesdag: Belastingplan 2015

Het Belastingplan 2015 bestaat uit (1) maatregelen uit het Regeerakkoord, de Begrotingsafspraken 2014 en de (augustus)besluitvorming in 2014, (2) de werkkostenregeling (WKR), (3) de energiebelasting en (4) overige maatregelen.

  • Het tarief in de eerste schijf van de IB wordt in 2015 verhoogd van 36,25% tot 36,5%.
  • Het maximum van de algemene heffingskorting wordt verhoogd van € 2.103 naar € 2.203 en het minimum wordt verlaagd van € 1.366 tot € 1.342. Het afbouwpercentage wordt met 0,32%-punt verhoogd tot 2,32% voor 2015 en tot 3,32% voor 2016.
  • De maximum arbeidskorting gaat van € 2.097 naar € 2.220 en de minimale arbeidskorting wordt verminderd van € 367 tot € 184. Het afbouwpercentage blijft onveranderd op 4%, maar de afbouwgrens wordt in 2015 verhoogd van circa € 41.300 naar circa € 49.900 en latere jaren ook. Het einde van het afbouwtraject ligt in 2015 bij een inkomen van circa € 100.800 in plaats van € 92.200.
  • De tarieven voor de S en O-afdrachtvermindering in de eerste schijf van 35% (voor starters: 50%) en de tweede schijf van 14% blijven hetzelfde, evenals de loongrens van € 250.000. Het plafond van € 14 mln verandert ook niet.
  • Naar verwachting blijft de RDA in 2015 60%.
  • De huidige doelmatigheidsmarge van 30% in de gebruikelijkloonregeling voor DGA’s wordt verlaagd naar 25%. Voor 2015 is voorzien in overgangsrecht. Als hoofdregel geldt vanaf 2015 dat het in aanmerking te nemen loon ten minste wordt gesteld op het hoogste van (a) 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking, (b) het hoogste loon van de overige werknemers van de vennootschap, € 44.000.
  • Het heffingsplafond van 300 m3 in de belasting op leidingwater wordt met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2014 gehandhaafd.
  • De afvalstoffenbelasting wordt geherintroduceerd. Het tarief bedraagt € 13 per ton afval.
  • De maximale periode voor de aftrek van rente op restschulden wordt verlengd van 10 naar 15 jaar.
  • De verlenging van de termijn van de renteaftrek voor de leegstaande, te koop staande voormalige eigen woning of een leegstaande toekomstige eigen woning wordt structureel gemaakt, evenals de verlenging van de regeling herleving van de hypotheekrenteaftrek na verhuur van een voormalige eigen woning.
  • De tijdelijke toepassing van het verlaagde BTW-tarief op renovatie en herstel van woningen wordt verlengd tot 1 juli 2015.
  • Met ingang van 2016 wordt de ouderenkorting met € 83 verlaagd. De ouderenkorting komt in 2016 voor belastingplichtigen met een inkomen tot circa € 36.200 uit op circa € 970 en voor belastingplichtigen met een hoger inkomen op circa € 70.
  • De ouderentoeslag in box III wordt met ingang van 1 januari 2016 afgeschaft.
  • De onder het overgangsrecht vallende deelnemers aan een levensloopregeling die in 2013 geen gebruik hebben gemaakt van de 80%-regeling, kunnen dat in 2015 alsnog onder voorwaarden doen.
  • Het afbouwpercentage van het kindgebonden budget wordt verlaagd van 7,6 naar 6,75.
  • De sinds 1 januari 2011 bestaande facultatieve WKR wordt met ingang van 1 januari 2015 verplicht voor alle werkgevers. De WKR wordt wel, zoals eerder aangekondigd, op vijf punten aangepast en om dat te financieren wordt de vrije ruimte vanaf 2015 verlaagd van 1,5% naar 1,2%.
  • De toepassing van het verlaagde tarief in de energiebelasting voor coöperaties en Verengingen van eigenaren (VvE) die lokaal energie opwekken, wordt vanaf 2015 onder voorwaardenuitgebreid tot ondernemers.
  • De vrijstelling in de energiebelasting voor duurzame energie die zelf wordt opgewekt, bijvoorbeeld met zonnepanelen, en direct zelf wordt verbruikt, wordt uitgebreid naar de huursector.
  • Om te voorzien in inkomen bij arbeidsongeschiktheid, kunnen ZZP’ers een derdepijlerpensioen eerder opnemen zonder dat revisierente wordt verschuldigd.
  • Bij een (gedeeltelijke) afkoop van een nettolijfrente wordt alsnog een bedrag in box III in aanmerking genomen. Dit bedrag is een forfaitaire benadering van het genoten box III-voordeel, waarbij een tegenbewijsregeling geldt.
  • In box III wordt een afzonderlijke vrijstelling voor nettopensioen opgenomen.
  • In verband met de vervanging per 1 januari 2015 van de keuzeregeling voor buitenlandse belastingplichtigen door de regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen, kan de heffingskorting tijdsevenredig worden toegekend voor de periode waarin de belastingplichtige binnenlandse of kwalificerende buitenlandse belastingplichtige is. Deze maatregel gaat per 1 januari 2016 in. Voor 2015 geldt een overgangsmaatregel.
  • Buitenlandse geldboeten worden uitgesloten van aftrek in de IB en Vpb en ook de LB wordt aangepast om te voorkomen dat buitenlandse boeten als eindheffingsbestanddeel kunnen worden aangewezen.
  • Aanvullende tier 1-kapitaalinstrumenten die worden uitgegeven door verzekeraars, worden voor de Vpb behandeld als vreemd vermogen, net als bij banken.
  • Ziekenhuizen en andere verplegings- en verzorgingstehuizen komen vanaf 2015 in aanmerking voor de BTW-vrijstelling, ook als zij winst beogen.
  • Voor het vaststellen van het te betalen bedrag aan BPM van een gebruikte personenauto kan onder voorwaarden een taxatierapport worden gebruikt voor bepaalde auto’s.
  • Vanaf 2016 komt er voor de MRB en de BPM een aanpassing in de definitie van (onzuinige) motorrijtuigen met de functie van personenvervoer en met een toegestane maximum massa van meer dan 3.500 kg en een dubbele cabine.
  • Het gebruik van het BSN door banken voor de informatieverplichting in het kader van de eenbankrekeningmaatregel voor de IB en toeslagen wordt geregeld in de IW en de Awir. De tenaamstellingsverplichting voor teruggaven BTW vervalt.
  • De Belastingdienst/Toeslagen krijgt de bevoegdheid tot versnelde invordering van toeslagen, renten en boeten in bijzondere situaties.
  • Toezichthouders voor toeslagen krijgen een binnentredingsbevoegdheid.
  • Naar aanleiding van het Irimie-arrest van het EU-Hof van Justitie wordt de regeling invorderingsrente uitgebreid voor de gevallen waarin de belastingschuldige een recht krijgt op een terug te geven bedrag aan belasting omdat de heffing en inning van die belasting strijdig is met het EU-recht.

(Bron: FUTD)