Bijtellingsperikelen over de youngtimers

Het CBS heeft in februari 2019 cijfers naar buiten gebracht waaruit blijkt dat er in Nederland steeds meer zogenoemde youngtimers rondrijden. Zo is het percentage jonge youngtimers (15 tot 25 jaar) de laatste tien jaar gegroeid van 9% naar 19% van het totale autopark. Een opmerkelijke tendens in een tijd waarin vergroening van het wagenpark hoog op de politieke agenda staat. Als verklaring geeft het CBS aan dat de youngtimers fiscaal gunstig worden behandeld. Maar is dat wel zo? Tijd om dus te kijken naar de fiscale handeling van de youngtimer.

Voor een auto van de zaak met een CO2-uitstoot geldt op dit moment een bijtellingspercentage van 22% van de cataloguswaarde. Voor een auto van de zaak zonder CO2-uitstoot geldt een verlaagd bijtellingspercentage van 4% van de cataloguswaarde. Voor een auto van de zaak die meer dan 15 jaar voor het eerst in gebruik is genomen, geldt een bijtellingspercentage van maar liefst 35%. Onder een youngtimer wordt fiscaal bezien dus een auto verstaan die 15 jaar of ouder is. Maar waarom is de youngtimer dan fiscaal zo voordelig? De bijtelling bij een youngtimer wordt niet berekend over de cataloguswaarde (oorspronkelijke aanschafwaarde), maar over de waarde in het economische verkeer, oftewel de dagwaarde. De top drie van youngtimers bestaat uit Volvo, Mercedes en BMW. Deze auto’s kenden destijds een hoge aanschafwaarde, maar zijn inmiddels fors in waarde gedaald. Technisch bezien kan er met auto’s vaak nog probleemloos verder worden gereden. Tijd voor een voorbeeld waaruit de gunstige fiscale behandeling blijkt.

Voorbeeld

Een Audi A6 Avant kent op dit moment een aanschafprijs vanaf € 65.750,–. Indien een dergelijke auto zou worden aangeschaft, bedraagt de bijtelling € 14.465,– (22% x € 65.750,–) per jaar. Bij een toptarief van 51,75% is hier € 7.485,– aan belasting per jaar over verschuldigd.

Een Audi A6 V6 2.4 Exclusive uit 2003 kan worden aangeschaft voor een bedrag van € 4.950,–. De bijtelling bedraagt dan € 1.732,– (35% x € 4.950,–) per jaar. Bij een toptarief van 51,75% is hier € 896,– aan belasting per jaar over verschuldigd. Het verschil in belastingheffing bedraagt dus maar liefst € 6.589,– per jaar.

Uit het voorbeeld komt duidelijk naar voren dat het rijden van een youngtimer fiscaal bezien gunstig uitvalt. Het CBS heeft op dit punt dus gelijk. Politiek ingrijpen lijkt dan voor de hand te liggen. Toch lijkt hier vooralsnog geen enkele noodzaak te bestaan. Zo blijkt uit de cijfers van datzelfde CBS dat begin 2018 1,8% van de 1,6 miljoen jonge youngtimers zijn geregistreerd op naam van een rechtspersoon (bedrijf). Ook eenmanszaken (bedrijven waarbij de auto’s altijd op naam van de particuliere eigenaar zijn geregistreerd) kunnen gebruik maken van de gunstige bijtellingsregeling. Het CBS concludeert dan ook dat het totale aandeel youngtimers dat gebruik maakt van de fiscaal aantrekkelijke youngtimerregeling beduidend groter zal zijn, maar kwantificeert dit niet. Op het totale bestand van de youngtimers van 1,6 miljoen jonge youngtimers lijkt de fiscaal gedreven aanschaf van youngtimers niet enorm van omvang te zijn.