Belastingplan 2017 ingediend bij Tweede Kamer

In het Belastingplan 2017 zijn de volgende voorstellen opgenomen:

  • De derde schijf van de LB en IB eindigt bij een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 67.072.
  • De maximale algemene heffingskorting bedraagt € 2.254.
  • De maximale arbeidskorting bedraagt € 3.223. Het startpunt van de afbouw van de arbeidskorting komt op € 32.444 te liggen.
  • De ouderenkorting wordt € 1.292 voor pensioengerechtigden met een verzamelinkomen van niet meer dan € 36.057.
  • In box II moet worden afgerekend over de positieve a.b.-claim als een lichaam waarin de belastingplichtige een a.b. heeft, de vbi-status verkrijgt. Deze maatregel treedt met terugwerkende kracht tot en met Prinsjesdag 2016 in werking. Box III-vermogen dat wordt ondergebracht in een vbi waarin de belastingplichtige een a.b. heeft, wordt niet alleen belast in box II, maar blijft ook belast in box III als dit vermogen binnen achttien maanden weer terugkomt naar box III. Het percentage van het forfaitaire rendement uit een vbi wordt automatisch gekoppeld aan het voor dat jaar geldende percentage van de hoogste schijf in box III.
  • In de APV-regeling is een bepaling opgenomen om dubbele belastingheffing te voorkomen: de toerekeningsstop. Deze zal alleen nog gaan gelden voor APV’s voor zover die een reële, actieve onderneming drijven. Daardoor worden in een (aanzienlijk) aantal gevallen waarin dit voorheen niet het geval was, het door een APV genoten inkomen en gehouden bezittingen, zoals aandelen en winstbewijzen, toegerekend aan de inbrenger of diens erfgenamen. De verkrijgingsprijs van deze aandelen en winstbewijzen wordt in beginsel vastgesteld op de historische verkrijgingsprijs van de inbrenger vóór de inbreng in het APV. Deze maatregel treedt met terugwerkende kracht tot en met Prinsjesdag 2016 in werking.
  • De nexusbenadering wordt in de innovatiebox geïmplementeerd en de toegangscriteria worden aangepast. De nexusbenadering betekent dat, indien een gedeelte van de uitgaven van een belastingplichtige verband houdt met het uitbesteden van speur- en ontwikkelingswerk aan verbonden lichamen, een navenant deel van de voordelen niet in aanmerking komt voor de innovatiebox. Octrooien, naar hun aard met octrooien vergelijkbare rechten als “utility models” (gebruiksmodel), kwekersrechten, weesgeneesmiddelen en aanvullende beschermingscertificaten, programmatuur en overige activa die niet voor de hand liggen en nieuw en nuttig zijn, zijn toegangstickets voor de innovatiebox. De toegang voor de laatste categorie activa is beperkt tot belastingplichtigen met een nettogroepsomzet van ten hoogste € 50 mln per jaar en brutovoordelen uit intellectueel eigendom van ten hoogste € 7,5 mln per jaar.
  • De berekeningssystematiek van de overnameholdingbepaling in de Vpb wordt aangescherpt voor het geval een overnameschuld door middel van een zogeheten “debt push-down” wordt verplaatst van het niveau van de overnameholding naar het niveau van de overgenomen vennootschap. Daarnaast wordt de termijn van zeven jaar, waarbinnen de financiering moet worden afgebouwd van ten hoogste 60% van de verkrijgingsprijs naar ten hoogste 25% van de verkrijgingsprijs, aangescherpt. Voorwaarde voor toepassing van de renteaftrekbeperking is dat de leningen zijn verstrekt door een “verbonden lichaam”. Van de vereiste verbondenheid is ook sprake bij de aanwezigheid van een samenwerkende groep.
  • Het belastbare loon van DGA’s van innovatieve start-ups mag vanaf 2017 voor de toepassing van de gebruikelijkloonregeling worden vastgesteld op het wettelijke minimumloon.
  • De eerste tariefschijf van de Vpb van 20% wordt in 2018 verlengd van € 200.000 naar € 250.000, in 2020 van € 250.000 naar € 300.000 en in 2021 van € 300.000 naar € 350.000.
  • Voor een niet-ingezeten natuurlijke persoon en een niet-ingezeten lichaam met Nederlandse aandelen wordt teruggaaf op verzoek mogelijk van ingehouden dividendbelasting.
  • Ook bij (niet-kwalificerende) buitenlandse belastingplichtigen met een box III-inkomen wordt het heffingvrije vermogen in aanmerking genomen.
  • Een terrein wordt als bouwterrein voor de BTW aangemerkt, wanneer uit een beoordeling van alle omstandigheden blijkt dat op de datum van levering het betrokken terrein daadwerkelijk was bestemd om te worden bebouwd.
  • De BTW-vrijstelling voor watersportorganisaties wordt gewijzigd.
  • Het tarief van de exportheffing in de afvalstoffenbelasting wordt met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015 op nul gezet. Het tarief van de afvalstoffenbelasting wordt verhoogd.

(Bron: FUTD)