Wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2017 naar Tweede Kamer

In het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2017 (OFM 2017) staan maatregelen die geen of nauwelijks gevolgen hebben voor het budgettaire en koopkrachtbeleid voor 2017. De voorgestelde wijzigingen zijn de volgende.

  • Voortaan worden alle vermogensbestanddelen die deel uitmaken van een algemeenheid waarop krachtens erfrecht een vruchtgebruik rust of is gevestigd, volledig in aanmerking genomen bij de vruchtgebruiker, en niet (deels) bij de bloot eigenaar.
  • Een goedkeuring uit een beleidsbesluit van 21 februari 2014 wordt gecodificeerd. Hierdoor kan een vruchtgebruiker de rente en kosten van de schuld voor een eigen woning die hij krachtens erfrecht in vruchtgebruik heeft in aftrek brengen, ook al gaat het niet om een schuld van de vruchtgebruiker zelf. Daarbij zijn enige aanpassingen opgenomen.
  • Voor buitenlands belastingplichtige bestuurders en commissarissen van in Nederland gevestigde vennootschappen is wettelijk vastgelegd dat Nederland kan heffen over de beloningen, zowel wanneer sprake is van winst uit onderneming als wanneer sprake is van loon of resultaat uit overige werkzaamheden.
  • Er is een maatregel getroffen met betrekking tot goedkeuring die al was opgenomen in een beleidsbesluit van 6 december 2014 en een uitbreiding daarvan. Die komt erop neer dat de vrijstelling voor een uitkering uit een kapitaalverzekering eigen woning (KEW), spaarrekening eigen woning (SEW), beleggingsrecht eigen woning (BEW), of een kapitaalverzekering van vóór 1 januari 2001 in met name de in het beleidsbesluit genoemde situaties toch kan worden genoten terwijl niet is voldaan aan de voor de vrijstelling vereiste looptijd van 15 (lage vrijstelling), of 20 jaar (hoge vrijstelling). De codificatie is uitgebreid met betrekking tot de situatie van verkoop van de eigen woning.
  • In de WVA wordt wettelijk vastgelegd dat eindheffingsloon is uitgesloten van het loonbegrip dat in het kader van de S&O-afdrachtvermindering wordt gehanteerd voor de berekening van het gemiddelde uurloon. Daarnaast wordt de boete bij niet-naleving van de mededelingsplicht van het aantal over het kalenderjaar bestede S&O-uren en gerealiseerde kosten en uitgaven per S&O-verklaring, gemaximeerd op € 2.500.
  • Om ongewenste gevolgen van de van de quasi-inbestedingsvrijstelling voor overheidslichamen in de Vpb en eventuele taxplanning te voorkomen, is de quasi-inbestedingsvrijstelling voortaan niet meer van toepassing op het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen die bij de afnemer worden aangewend ten behoeve van belaste (niet-vrijgestelde) activiteiten. Omdat de quasi-inbestedingsvrijstelling het equivalent van de vrijstelling voor interne diensten, wordt ook deze vrijstelling op gelijke wijze aangepast.
  • De gevolgen van het arrest van 22 april 2016 worden met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2016 gerepareerd. In dit arrest besliste de Hoge Raad dat een indirect belang in een onderneming van een erflater of schenker dat kleiner is dan 5%, onder omstandigheden kan kwalificeren als ondernemingsvermogen voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in de erf- en schenkbelasting (BOF) en de doorschuifregeling voor het a.b. in de IB. Er wordt teruggekeerd naar de werkwijze zoals de Belastingdienst die sinds 2010 hanteerde.
  • Vanaf 1 januari 2017 mag iedereen tussen 18 en 40 jaar per schenker eenmalig een schenking van € 100.000 ten behoeve van de eigen woning vrijgesteld ontvangen. Deze vrijstelling is eenmalig, maar het is mogelijk om deze verspreid over drie achtereenvolgende kalenderjaren te benutten. De geschonken bedragen moeten uiterlijk in het tweede kalenderjaar na het kalenderjaar waarin de eerste schenking is gedaan, worden aangewend ten behoeve van de eigen woning. Aangezien meestal pas na drie kalenderjaren duidelijk is in hoeverre de vrijstelling feitelijk is benut en hoe de vrijstelling is gebruikt, wordt de termijn voor het opleggen van de aanslag met twee jaar verlengd tot vijf jaar.
  • Om de inwerkingtreding van de Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013 budgettair neutraal te laten plaatsvinden, wordt de Accijnswet aangepast, waardoor de tarieven van wijn, mousserende wijn en tussenproducten wijzigen.
  • De teruggaafregeling voor biobrandstoffen in de Accijnswet wordt uitgebreid met hernieuwbare brandstoffen.
  • In de Accijnswet wordt opgenomen dat dieren en apparatuur mogen worden meegenomen voor controles.
  • Voor de teruggaafregeling van energiebelasting voor aardgas, gebruikt in zeeschepen, moet de inspecteur voortaan beslissen bij voor bezwaar vatbare beschikking.
  • De Awir wordt in overeenstemming gebracht met een uitspraak van 1 juni 2016 waarin de ABRvS besliste dat de termijn waarbinnen de Belastingdienst/Toeslagen een voorschot in het nadeel van de aanvrager kan herzien of de definitieve toeslag lager kan vaststellen, vervalt vijf jaar na de laatste dag van het berekeningsjaar.
  • In de Awir wordt een bepaling opgenomen die een grondslag biedt voor gegevensverstrekking door de Belastingdienst/Toeslagen aan andere bestuursorganen waarmee op basis van een convenant wordt samengewerkt. Bij algemene maatregel van bestuur zal nader worden uitgewerkt welke gegevens voor welke doeleinden worden verstrekt aan welke bestuursorganen .
  • De goedkeuring in het besluit van 26 november 2014 waardoor ook sprake kan zijn van een woning in aanbouw als de feitelijke bouwwerkzaamheden (heien of aanleggen fundering) nog niet zijn begonnen, wordt per 1 januari 2017 omgezet in wetgeving.
  • Op grond van een beleidsbesluit van 19 februari 2016 kon al met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2015 een vrijstelling van afvalstoffenbelasting worden toegepast voor zuiveringsslib dat wordt afgegeven om te worden verbrand. De datum van 1 januari 2015 is nu ook wettelijk geregeld.

(Bron: FUTD)