All posts in Links

In aanvulling op de reeds bekende belastingplannen is onlangs een amendement voorgesteld dat een beetje onder de radar is gebleven maar ook voor u de nodige gevolgen kan hebben.

Voorgesteld wordt om het tarief van de overdrachtsbelasting voor woningen te verlagen van 2% naar nihil voor natuurlijke personen die nooit eerder een woning in eigendom hebben verkregen. Goed nieuws dus voor starters op de woningmarkt. Verkrijgt u echter een woning terwijl u al twee of meer woningen bezit, dan stijgt het tarief van 2% naar 10%!

Ook voor de verkrijging van aandelen in zogenaamde onroerendgoedlichamen gaat het 10% tarief gelden, voor zover deze aandelen en rechten middellijk of onmiddellijk woningen vertegenwoordigen.

De voorgestelde maatregel is bedoeld voor beleggers in woningen. Maar ook niet beleggers kunnen te maken krijgen met deze maatregel. Heeft u b.v. naast uw woning nog een (vakantie)woning en overweegt u om een studentenwoning voor uw kind kopen, dan moet u rekening houden met een aanzienlijk hoger bedrag aan overdrachtsbelasting. Heeft u zelf maar één woning en koopt u samen met uw partner die twee woningen bezit, een woning aan, dan geldt ook voor u het 10% tarief.

Of het amendement voldoende steun krijgt moet nog blijken. De stemming staat gepland voor deze week.

(Bron: Flynth)

Een ondernemer die geen specificatie van de door hem gewerkte uren bijhield, komt niet in aanmerking voor zelfstandigenaftrek. De inspecteur toont aan de hand van de gerealiseerde omzet en gehanteerde tarieven aan dat niet voldoende uren zijn gemaakt om aan het urencriterium te voldoen.

Een ondernemer die een administratiekantoor drijft in de vorm van een eenmanszaak geeft in zijn aangifte IB over de jaren 2008 tot en met 2011 aan dat hij recht heeft op zelfstandigenaftrek. Naar aanleiding van een boekenonderzoek constateert de inspecteur dat, gezien de behaalde omzet en de in rekening gebrachte tarieven, in die jaren niet wordt voldaan aan het urencriterium en dat de zelfstandigenaftrek niet kan worden toegepast. De inspecteur en adviseur van de ondernemer komen ten aanzien van de uren een compromis overeen. De ondernemer is het hier niet mee eens en tekent bezwaar en beroep aan tegen de opgelegde navorderingsaanslagen.

Voor het hof blijft de ondernemer volhouden dat hij 1.225 uur aan zijn onderneming heeft besteed. Hij kan echter geen specificaties overleggen waaruit die gewerkte uren blijken. In de over het eerste halfjaar van 2015 opgemaakte urenspecificatie komt de ondernemer op 943,75 uur, wat op jaarbasis op 1.775 uren zou uitkomen, rekening houdende met vakantie. Volgens de inspecteur besteedt de ondernemer echter ongeveer 700 uren aan zijn onderneming, gelet op de gerealiseerde omzet en gehanteerde tarieven. De stelling van de ondernemer dat hij gedurende 48 weken, vier dagen per week en zeven uur per dag in de onderneming heeft gewerkt, is onvoldoende onderbouwd zonder overzicht van de daadwerkelijk verrichte werkzaamheden. Er wordt niet voldaan aan het urencriterium. Ook is de ondernemer gebonden aan het gesloten compromis, nu niet is gebleken dat sprake is geweest van een wilsgebrek. Dat de ondernemer zich niet volledig kan vinden in het compromis maakt daarbij geen verschil.

(Bron: PKF Wallast)

Werkgevers die een ontslagaanvraag indienen, moeten goed nadenken over de communicatie hierover. Hoort een werknemer al vroeg over de aanvraag, dan kan hij dwars gaan liggen door zich ziek te melden.

Voor ontslag om bedrijfseconomische redenen moet de werkgever een ontslagaanvraag indienen bij UWV. Als er een opzegverbod geldt, bijvoorbeeld omdat de werknemer ziek is (maar nog niet langer dan twee jaar), is het ontslag niet toegestaan. Maar als een werknemer zich ziek meldt nadat de werkgever een ontslagaanvraag heeft ingediend bij UWV, zal het uitvoeringsinstituut in principe geen rekening houden met het opzegverbod.

Dag wachten met informeren over ontslagaanvraag

Uit recente rechtspraak en toelichtingen op de wet blijkt dat een werknemer die zich ziek meldt op dezelfde dag als waarop UWV het ontslagverzoek heeft ontvangen nog wél onder het opzegverbod valt. De kantonrechter zal niet tot een ander oordeel komen. De werkgever kan daarom beter nadat UWV het ontslagverzoek heeft ontvangen nog een dag wachten voordat hij de werknemer informeert over de aanvraag. Een ziektemelding staat de ontslagaanvraag dan niet meer in de weg. Daar staat natuurlijk wel tegenover dat zo’n laat bericht tot onvrede onder het personeel kan leiden.

Geen opzegverbod als ziekte snel ten einde komt

Overigens geldt dat als de verwachting is dat op korte termijn de arbeidsongeschiktheid ten einde komt, het opzegverbod niet van toepassing is. Korte termijn houdt hier in: binnen vier weken na de dag waarop UWV beslist over de ontslagaanvraag van de werkgever. Een werkgever kan hiervoor bij de ontslagaanvraag een verklaring van de bedrijfsarts aan UWV voorleggen.

(Bron: Rendement)

Uitgestelde levering drukt waarde aandelen

Categories: Links, Nieuws voor het MKB (BV), Nieuws voor het MKB(BV), belastingnieuws, personeel
Reacties uitgeschakeld voor Uitgestelde levering drukt waarde aandelen

Het is mogelijk dat tussen het uitoefenmoment van aandelenopties en de feitelijke levering van de aandelen verlies wordt geleden wegens een
koersdaling. In dat geval kan men een korting toepassen op de beurswaarde op het uitoefenmoment. De hoogte van de korting hangt af van de omstandigheden.

Een bestuurder van een Nederlandse bv die de opties in de Zweedse moedermaatschappij van de bv had uitgeoefend, wilde een kortingspercentage van
25% in aanmerking nemen. Hij had de opties in oktober 2007 uitgeoefend en behaalde daarmee een voordeel van € 326.475. Maar hij ontving de aandelen pas
twee maanden later. Zijn voordeel bedroeg op dat moment € 240.084 als gevolg van een koersdaling. De man gaf dit verlies in zijn aangifte inkomstenbelasting aan
als negatief loon en ging daarbij uit van de beurswaarde van de aandelen op het uitoefenmoment. Het hof stelde de bestuurder gedeeltelijk in het gelijk. Het hof
was het met de bestuurder eens dat het door hem gelopen koers- en valutarisico en het gemis aan rendement op het geïnvesteerde vermogen een waardedrukkende
effect hadden. Maar een korting van 25% was gelet op de omstandigheden wel aan de hoge kant. Het hof stelde de korting in goede justitie vast op 2% van de
beurswaarde op het uitoefenmoment. Verder oordeelde de rechter dat toepassing van het lock-up beleid niet mogelijk was, omdat de situatie van de bestuurder op
een aantal belangrijke punten verschilde van een ‘lock-up situatie’. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie van de man ongegrond.

(Bron: Taxence)