Archive for december, 2014

Het gaat in de praktijk maar al te vaak verkeerd: het verrekenen van kosten, schade of schulden met het loon van werknemers. In dit artikel zal ik de mogelijkheden en onmogelijkheden ten aanzien hiervan op grond van de wet en de jurisprudentie bespreken.

Er dienen allereerst twee momenten voor verrekening te worden onderscheiden, te weten:

  • verrekenen tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst;
  • verrekenen aan het einde van de arbeidsovereenkomst (de eindafrekening).

Verrekenen tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst

U mag tijdens de duur van het dienstverband alleen in een aantal specifieke gevallen bedragen met het loon verrekenen. Het moet dan namelijk gaan om een opeisbaar bedrag dat verband houdt met:

  • een door de werknemer verschuldigde schadevergoeding. Een voorbeeld is de opzettelijk of door bewuste roekeloosheid veroorzaakte schade, die een werknemer heeft toegebracht aan bedrijfseigendommen;
  • een door de werknemer verschuldigde boete. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een boete die de werknemer verbeurt als hij een verbod van nevenwerkzaamheden overtreedt. U mag in dit geval maximaal 10% van het loon verrekenen met de verschuldigde boete;
  • een geldlening. Om deze geldlening met het loon te mogen verrekenen, moet u wel beschikken over een schriftelijke geldleningovereenkomst, waaruit blijkt dat de lening uit het loon mag worden afgelost;
  • onverschuldigd (of wel teveel) betaald loon;
  • de huurprijs van een woning, gereedschap of van een werktuig dat de werknemer van u heeft gehuurd. U kunt de (periodiek) verschuldigde huurprijs alleen met het loon verrekenen als er een schriftelijke huurovereenkomst is.

Beslagvrije voet

In alle andere gevallen is verrekening met het loon (tijdens het dienstverband) derhalve niet toegestaan. Bovendien mag u nooit verrekenen met dat deel van het loon van een werknemer dat onder de zogenaamde ‘beslagvrije voet’ valt. Dit is een bedrag dat overeenkomt met 90% van de bijstandsnorm. Dit bedrag moet elke werknemer volgens de overheid tenminste aan loon ontvangen, zodat hij in zijn levensonderhoud kan blijven voorzien.

Verrekenen aan het einde van de arbeidsovereenkomst

De verrekeningsmogelijkheden zijn bij het einde van de arbeidsovereenkomst ruimer dan tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst, met dien verstande dat ten minste de beslagvrije voet dient te worden uitbetaald. Bij het einde van de arbeidsovereenkomst mag u geldbedragen met de eindafrekening verrekenen als:

  • er sprake is van een van de vorderingen zoals hierboven genoemd, mits de vordering opeisbaar is. Het verschuldigde geldbedrag moet zonder nader onderzoek vast te stellen zijn. Als dus bijvoorbeeld vaststaat dat de werknemer de werkgever een schadevergoeding moet betalen, maar het is nog niet duidelijk hoeveel de schade precies bedraagt, dan mag dit bedrag niet worden verrekend;
  • een studieschuld.

Studiekosten

Het terugvorderen van studiekosten vergt een nadere toelichting. Terugvorderen is alleen mogelijk wanneer een studiekostenbeding of een studieovereenkomst bepaalt dat de betreffende werknemer (een deel van) de gemaakte studiekosten moet terugbetalen als de arbeidsovereenkomst tijdens of in een bepaalde periode na afronding van de studie eindigt. De openstaande studieschuld kan alleen bij de eindafrekening worden verrekend als:

  • er een schriftelijk studiekostenbeding of studiekostenovereenkomst is;
  • de terugbetalingsregeling vermindert naar mate de arbeidsovereenkomst langer heeft voortbestaan sinds de afronding van de studie of opleiding (de zogenaamde ‘glijdende schaal’).

Bovendien kan een rechter tot het oordeel komen dat het niet redelijk is dat een werkgever bepaalde studiekosten terugvordert, met name als de organisatie van werkgever zelf heeft aangestuurd op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Bij twijfel is het aan te raden (preventief) juridisch advies in te winnen.

Ten onrechte verrekend

Indien niet aan de gestelde voorwaarden is voldaan, behoeft de werknemer uiteraard met de verrekening geen genoegen te nemen. Hij kan dan alsnog het gehele loon vorderen met wettelijk rente en een wettelijke verhoging, welke verhogingen kunnen oplopen tot maar liefst 50% van het verschuldigde loon. Het is dan ook zaak om bovenstaande verrekeningsregels in acht te nemen.

(Bron: Pellicaan)

Doelmatigheidsmarge dga per 2015 beperkt

Categories: Nieuws, Nieuws voor het MKB (BV), Nieuws voor het MKB(BV), belastingnieuws, loon
Reacties uitgeschakeld voor Doelmatigheidsmarge dga per 2015 beperkt

Uit het Belastingplan 2015 blijkt dat de zogeheten doelmatigheidsmarge die geldt voor het gebruikelijk loon van directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) per 2016 omlaag gaat van 30% naar 25%. In 2015 gaat al een overgangsregeling gelden.

Het gebruikelijk loon  waarover dga’s en hun fiscale partners in elk geval loonbelasting/premie volksverzekeringen moeten betalen, bedraagt in 2014 minimaal € 44.000. Meer hierover las u in het bericht ‘Dga moet in 2014 minstens € 44.000 verdienen’.

Overgangsrecht voor 2015 opgesteld

Nu mogen dga’s in sommige gevallen nog een korting van 30% toepassen op hun gebruikelijk loon. Dit percentage wordt in 2016 teruggeschroefd naar 25%. Daardoor gaan dga’s straks meer loonbelasting/premie volksverzekeringen betalen.
De Belastingdienst heeft echter heel wat lopende afspraken met dga’s over de hoogte van het toe te passen loon. Het duurt ongeveer een jaar om die afspraken allemaal te vernieuwen. Daarom is er voor het jaar 2015 overgangsrecht opgesteld.

In 2015 75/70e van loon uit 2013 aanhouden

Dit houdt in dat het loon van dga’s in 2015 op 75/70e van hun loon in 2013 wordt vastgesteld, als dit loon in 2013 tenminste hoger was dan € 43.000 (het gebruikelijk loon voor 2013). Als aannemelijk is dat het loon in 2015 op grond van de gebruikelijkloonregeling op een hoger of lager bedrag moet worden gesteld, geldt de overgangsregeling niet.

(Bron: Rendement)

 

Ondernemers die bewust en actief met een begroting werken zijn doorgaans succesvoller in hun werk, omdat ze gerichter sturing kunnen geven aan hun bedrijf. In deze checklist vind je de 6 grootste voordelen van het werken met een begroting.

De meeste ondernemers maken bij de start van hun bedrijf een begroting, waarin ze de verwachte inkomsten en uitgaven opnemen. De begroting maakt in veel gevallen deel uit van het ondernemingsplan. Bij een financieringsaanvraag stellen ondernemers (verplicht) een aantal begrotingen op, maar zodra de financiering rond is, kijken sommigen hier eigenlijk niet meer naar om. Zonde, want werken met een begroting heeft de nodige voordelen. Hieronder noemen we er zes.

1. Inzicht in de financiële haalbaarheid van plannen

Een begroting is in principe niets anders dan het doorrekenen van toekomstplannen. Hiermee worden zwakke plekken en risico’s zichtbaar. Het is goed om van tevoren helder te krijgen wat wel en wat niet haalbaar is. Aan de hand hiervan kun je prioriteiten stellen. Blind blijven sturen op een onhaalbaar doel kan grote gevolgen hebben voor de continuïteit van jouw onderneming.

2. Meer kans op krediet

Op basis van een goed doordacht plan kan worden bepaald hoe veel externe financiering jij nodig hebt en of die financiering bij de bank geregeld kan worden en/of bij een alternatieve financier. Zowel de bank als andere financiers zullen vaak een (meerjaren)begroting eisen voordat ze tot financiering kunnen overgaan.

Met een begroting laat je de financier vooraf zien wat je met het geleende geld gaat doen. Nu het steeds lastiger wordt om startkapitaal te vergaren, is goed ondernemerschap belangrijk. Een ondernemer die kan aantonen dat hij met behulp van een begroting bewust sturing geeft aan zijn bedrijf, laat zien dat hij een goede ondernemer is waarin financiers vertrouwen kunnen hebben.

3. Op tijd kunnen bijsturen

Hoewel een begroting vrijwel nooit (exact) zal worden gerealiseerd, is het de bedoeling dat je wel probeert de begroting te halen. Door maandelijks de gerealiseerde cijfers te vergelijken met jouw begroting, kun je waar nodig ingrijpen. Soms zullen omstandigheden je dwingen de begroting aan te passen in positieve of negatieve zin. Als je bewust stuurt, zie je eventuele problemen vaak al in een vroeg stadium aankomen, kun je tijdig bijsturen en daarmee eventuele problemen voorkomen.

4. Liquiditeitsprognose en seizoensfinanciering

Bedrijven die een beperkte periode van het jaar een hogere financiering nodig hebben, regelen dat meestal met een rekening courant krediet bij de bank. Omdat dit vrij kostbaar kan zijn, is het belangrijk dat je probeert dit krediet zo laag mogelijk te houden.

Een planning van de inkomsten en uitgaven in deze periode (liquiditeitsbegroting) is belangrijk. Je kunt daarmee uitrekenen hoeveel seizoenskrediet nodig is (limiet) en kunt snel ingrijpen (debiteuren aanmanen, betaling van crediteuren uitstellen) als de werkelijkheid te veel gaat afwijken van de begroting. Ook het tijdig aanvragen van verruiming van het krediet is mogelijk wanneer je beschikt over een liquiditeitsprognose.

5. Kosten en budgettering

Een begroting geeft inzicht in de te maken kosten. Op basis van een begroting kun je als ondernemer beter bepalen welke uitgaven wel of niet gewenst of noodzakelijk zijn. Met een begroting kunnen financiële beslissingen ook transparanter worden gemaakt richting eventuele medewerkers. Bijvoorbeeld bij het vaststellen van de budgetten.

6. Juiste kostprijs bepalen

Verkoopprijzen voor producten of diensten worden bepaald door de markt. Een bedrijf maakt winst wanneer de kostprijs lager is dan de verkoopprijs. Het is daarom belangrijk om op de kostprijs te sturen en deze zo laag mogelijk te houden. De kostprijs bepaal je door directe kosten (inkoop en overige directe kosten) te vermeerderen met eventuele indirecte kosten en risico’s. De begroting, waarin je deze gegevens moet verwerken, is de basis voor de kostprijsberekening en van groot belang voor jouw uiteindelijke bedrijfsvoering.

(Bron: Ikgastarten)