All posts in Kennisbank voor het MKB(BV), belastingen, scheiden

Vanaf 1 januari 2020 worden de aftrektarieven voor een aantal aftrekposten in de inkomstenbelasting aanzienlijk versoberd. Dit geldt onder andere voor de aftrek van partneralimentatie. Daarnaast gelden vanaf 1 januari 2020 nieuwe regels voor de maximale duur van partneralimentatie. Redenen om uw persoonlijke financiën weer eens onder de loep te nemen?

Maximale duur partneralimentatie
Voor echtscheidingsverzoeken die na 1 januari 2020 worden ingediend, gelden straks nieuwe wettelijke regels voor de maximale duur van de partneralimentatie. Hieronder zijn de basisregels volgens het huidige en het nieuwe recht schematisch weergegeven.

Net als de huidige regels, betreffen de nieuwe wettelijke regels zogenaamd regelend recht. In onderling overleg kunnen partners derhalve altijd een andere duur van de partneralimentatie afspreken.

Belastingwijzigingen
Op Prinsjesdag 2019 is voorgesteld om al in 2020 over te gaan naar een twee-schijven-tariefstelsel en wel als volgt:

Het maximale tarief waartegen partneralimentatie aftrekbaar is de komende jaren wordt als volgt versoberd: 

2019: 49,00%
2020: 46,00%
2021: 43,00%
2022: 40,00%
2023: 37,05%

Wat betekenen de wetswijzigingen voor u?
De hoogte van de partneralimentatie wordt in eerste instantie berekend op basis van de behoefte van de alimentatiegerechtigde en de netto draagkracht van de alimentatieplichtige.

Stel dat de alimentatieplichtige een jaarinkomen heeft van € 120.000 en een netto draagkracht voor partneralimentatie van € 1.000 per maand (€ 12.000 per jaar). In 2019 wordt de partneralimentatie vastgesteld. Het jaarinkomen is in 2019 in de hoogste tariefschijf belast is tegen 51,75%, maar de partneralimentatie is aftrekbaar tegen maximaal 49%. Dit impliceert daarom een bruto partneralimentatie van circa € 1.960 per maand (€ 23.530 per jaar). Vanwege de aftrekversobering, ziet de alimentatieplichtige zijn netto besteedbaar inkomen de komende jaren als volgt dalen:

Voor deze alimentatieplichtige neemt de netto draagkracht af met uiteindelijk € 2.812 netto per jaar (€ 235 per maand), omdat de netto lasten stijgen vanwege de aftrekversobering. De alimentatieplichtige ziet het netto inkomen derhalve jaarlijks afnemen, terwijl de betaalde bruto partneralimentatie door de jaren heen gelijk blijft (€ 23.530).

Let op! Heeft u ook een eigen woningfinanciering waarover u (aftrekbare) rente betaalt? Dan kan uw netto besteedbare inkomen ook dalen. Immers het tarief waartegen de eigen woningrente de komende jaren aftrekbaar is, daalt vanaf 2023 ook naar 37,05%.

Partneralimentatie herzien?
Een wijziging in het netto inkomen is wettelijk gezien een reden om de partneralimentatie te herzien. Een herziening van de partneralimentatie kan in onderling overleg met uw ex-partner of via de rechter bepaald worden. Om een gefundeerd verzoek tot herziening van partneralimentatie te kunnen doen, is het aan te raden om uw gehele financiële situatie door te laten rekenen. De aftrekversobering staat immers niet op zich. Zoals hiervoor al is aangegeven wordt de eerste tariefschijf aanzienlijk opgerekt naar 37,10% in 2023 over de eerste € 68.705. Dit kan betekenen dat de stijging van uw netto alimentatielasten per saldo weer te niet wordt gedaan. Daarnaast zijn er echter nog meer aftrekversoberingen voorgesteld, zoals de ondernemersaftrek en de mkb-winstvrijstelling, die ook weer een effect hebben op uw netto inkomen.

(Bron: HLB)

Bij echtscheiding komen er zomaar allerlei aandachtspunten naar voren. Heeft u gedacht aan de onderstaande punten?

  • Apart of samen aangifte doen
  • Onderbedeling en overbedeling
  • Woongenot: ontvangen en betaalde partneralimentatie
  • Eigen woningrente als betaalde partneralimentatie
  • Eigen woningrente als ontvangen partneralimentatie
  • Belang vastleggen in een convenant
  • Economische eigendom
  • Nihilbeding

Gezien de complexiteit hiervan is het verstandig om te overleggen met een fiscaal adviseur.

Gerechtshof Den Haag is het eens met de rechtbank dat herleefde alimentatiebetalingen aan een ex-echtgenote rechtstreeks voortvloeien uit het familierecht en in aftrek komen als uitgaven voor onderhoudsverplichtingen.

Een man en zijn ex-echtgenote zijn in 1992 gescheiden. Zij hebben drie kinderen. Na twaalf jaar beëindigt de man in maart 2004 de partneralimentatiebetalingen. De vrouw protesteert dan niet maar vanaf 2005 maakt de man op verzoek weer maandelijks een bedrag van € 240 over aan de vrouw. De inspecteur weigert de aftrek van de in 2007 betaalde partneralimentatie.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de met betrekking tot vóór 1 juli 1994 ingegane alimentatieverplichtingen de mogelijkheid bestaat de rechter te verzoeken de verplichting te beëindigen als deze verplichting 15 jaar of langer heeft geduurd. De alimentatiebetalingen zijn in 2004 niet door de rechter beëindigd, zodat de betalingen die de man vanaf 2005 maandelijks aan de vrouw doet, rechtstreeks voortvloeiden uit het familierecht en aftrekbaar zijn als uitgaven voor onderhoudsverplichtingen.

Hof Den Haag bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Het hof acht het aannemelijk dat de man en de vrouw in 2005 de afspraak maken dat de man wederom maandelijks periodieke uitkeringen gaat doen op grond van een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende verplichting. Het maakt niet uit dat de ex-echtgenote een zodanig eigen inkomen geniet dat mogelijk in 2007 geen sprake meer is van een onderhoudsverplichting. Het hof gelooft de verklaring van de man dat de ex-echtgenote heeft gesteld niet in haar levensonderhoud te kunnen voorzien.

(Bron: Pleinplus)

Met ingang van 1 januari 2013 geldt voor de toeslagen een nieuw partnerbegrip. Een wetswijziging van die strekking treedt per die datum in werking.

Hierbij wordt aangesloten bij het basispartnerbegrip van art. 5a AWR zoals dat al vanaf 1 januari 2011 geldt. In verband met de implementatie van een nieuw automatiseringssysteem bij de Belastingdienst/Toeslagen is destijds besloten om het nieuwe partnerbegrip voor de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in te voeren op het moment waarop de implementatie van dat nieuwe systeem is voltooid. Dat is per 1 januari 2013 het geval.

Daarnaast treden per 1 januari 2013 enkele wijzigingen in werking in de Zorgverzekeringswet (Zvw). Zo wordt geregeld dat de inspecteur ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende teruggaven inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet of voorschotten op die teruggaven bij voor bezwaar vatbare beschikking kan terugvorderen. Tenslotte wordt er een wijziging aangebracht in art. 50 Zvw die verband houdt met de vervanging van de regeling heffingsrente door die van de belastingrente.

(Bron: Accountancynieuws)

Als u gescheiden bent of in 2011 duurzaam gescheiden leefde, moet u misschien alimentatie betalen. Ook als u samenwoonde en daarna uit elkaar ging, kan het zijn dat u alimentatie moet betalen. Alimentatie is een bijdrage in de kosten van levensonderhoud van uw ex-partner. Een ex-partner kan een ex-echtgenoot zijn of iemand met wie u hebt samengewoond, maar ook een echtgenoot waarvan u duurzaam gescheiden leefde.

Betaalde u in 2011 alimentatie aan uw ex-partner? Dan mag u die alimentatie aftrekken als ‘Betaalde alimentatie en andere onderhoudsverplichtingen aan de ex-partner’. Het maakt niet uit of u de alimentatie via de rechter hebt geregeld of onderling met uw ex-partner. Ook andere onderhoudsverplichtingen mag u in bepaalde gevallen aftrekken.

Welke onderhoudsverplichtingen mag u aftrekken?

  • periodieke betalingen van alimentatie en losse aanvullingen daarop
  • een afkoopsom van alimentatie aan uw ex-echtgenoot Dit geldt niet in de volgende gevallen:
  • U betaalde de afkoopsom in de periode dat u duurzaam gescheiden leefde.
  • U woonde ongetrouwd samen met uw ex-partner.
  • betalingen voor de verrekening van pensioenrechten, lijfrenten en andere inkomensvoorzieningen waarvan u de betaalde premies eerder hebt afgetrokken
  • bijstand die de Sociale Dienst aan uw ex-partner heeft betaald en op u heeft verhaald
  • andere onderhoudsverplichtingen, zoalspensioenbetalingen aan vroeger huispersoneel
  • een deel van het eigenwoningforfait als uw ex-partner in de eigen woning bleef Zie ook Ex-partner bleef in de woning.

Niet aftrekbaar: alimentatie voor uw kinderen

Alimentatie die u voor uw kinderen hebt betaald, is niet aftrekbaar. U mag misschien wel uitgaven voor levensonderhoud van kinderen jonger dan 30 jaar aftrekken.

Fiscale partner

Had u heel 2011 een fiscale partner? Tel dan de alimentatie en de andere onderhoudsverplichtingen van u en uw fiscale partner bij elkaar. Het aftrekbare bedrag mag u vervolgens verdelen tussen u en uw fiscale partner. Elke verdeling mag, als het totaal maar 100% is.

Geen fiscale partner

Had u in 2011 geen fiscale partner? Trek dan alleen uw eigen uitgaven af.

Een deel van het jaar fiscale partner

Had u een deel van 2011 een fiscale partner? En kiest u er niet samen voor om heel 2011 als fiscale partners te worden beschouwd? Trek dan alleen uw eigen uitgaven af.

Kiest u er samen voor om heel 2011 als fiscale partners te worden beschouwd? Lees dan bij Fiscaal partnerschap 2011 wat u kunt doen.

(Bron: Belastingdienst)

Als u gaat samenwonen, kan dit gevolgen hebben voor de belasting die u en uw huisgenoot betalen. Welke gevolgen dat precies zijn, hangt af van uw persoonlijke situatie. Die bepaalt of u fiscale partners van elkaar bent. Fiscale partners kunnen bij de aangifte inkomstenbelasting bepaalde inkomsten en aftrekposten verdelen.

  • Wanneer bent u fiscale partners?
  • Geen fiscale partners
  • Gevolgen samenwonen fiscaal partnerschap
  • Meer informatie

Wanneer bent u fiscale partners?

Sinds 1 januari 2011 kunt u niet meer kiezen voor fiscaal partnerschap. Als u ongehuwd samenwoont, bepaalt uw persoonlijke situatie of u fiscale partners bent. U bent fiscale partners als u aan deze voorwaarden voldoet:

  • U staat allebei op hetzelfde adres ingeschreven bij de gemeente, u bent allebei meerderjarig en u heeft samen een notarieel samenlevingscontract afgesloten.
  • U staat allebei op hetzelfde adres ingeschreven bij de gemeente en u voldoet aan 1 van de volgende voorwaarden:
    • U heeft samen een kind.
    • Eén van u heeft een kind van de ander erkend.
    • U bent bij een pensioenfonds aangemeld als pensioenpartners.
    • U bent samen eigenaar van een eigen woning.
    • Op uw adres staat ook een minderjarig kind van 1 van u beiden ingeschreven (samengesteld gezin). Let op: geldt deze situatie voor u? Maar gaat het om verhuur van een gedeelte van de woning op zakelijke gronden? Dan bent u geen fiscale partners. U moet dan een schriftelijke huurovereenkomst hebben.

Geen fiscale partners

Als u niet aan de voorwaarden voor fiscaal partnerschap voldoet, bent u geen fiscale partners. U mag bepaalde inkomsten en aftrekposten niet verdelen. Iedere partner geeft zijn eigen inkomsten en aftrekposten aan. Ontvangt u huurtoeslag, zorgtoeslag of kinderopvangtoeslag en bent u geen fiscale partners, dan kunt u nog wel toeslagpartner zijn. Het inkomen van de toeslagpartner telt mee voor de hoogte van de toeslag.

Gevolgen samenwonen fiscaal partnerschap

Als fiscale partners kunt u samen bepalen hoe u de gemeenschappelijke inkomsten en aftrekposten verdeelt. Iedere verdeling is toegestaan, zolang het totaal maar 100 % is. Er zijn ook posten die u niet mag verdelen, zoals loon en lijfrentepremies. Een compleet overzicht vindt u op de website van de Belastingdienst.

Fiscaal partnerschap is ook van belang als u geen of weinig inkomen hebt. U hebt dan misschien recht op uitbetaling van heffingskortingen. Voorwaarde is dan onder meer dat u langer dan 6 maanden dezelfde fiscale partner hebt, die voldoende (Nederlandse) belasting betaalt.

Als u gaat samenwonen, kan dit gevolgen hebben voor de belasting die u en uw huisgenoot betalen. Welke gevolgen dat precies zijn, hangt af van uw persoonlijke situatie. Die bepaalt of u fiscale partners van elkaar bent. Fiscale partners kunnen bij de aangifte inkomstenbelasting bepaalde inkomsten en aftrekposten verdelen.

  • Voorwaarden fiscaal partnerschap
  • Geen fiscale partners
  • Gevolgen samenwonen fiscaal partnerschap
  • Fiscaal partnerschap gewijzigd sinds 2011
  • Meer informatie

Voorwaarden fiscaal partnerschap

U bent fiscale partners in de volgende gevallen:

  • U staat allebei op hetzelfde adres ingeschreven bij de gemeente, u bent allebei meerderjarig en u heeft samen een notarieel samenlevingscontract afgesloten.
  • U staat allebei op hetzelfde adres ingeschreven bij de gemeente en u voldoet aan 1 van de volgende voorwaarden:
    – U heeft samen een kind.
    – Eén van u heeft een kind van de ander erkend.
    – U bent bij een pensioenfonds aangemeld als pensioenpartners.
    – U bent samen eigenaar van een eigen woning.

Geen fiscale partners

Als u niet aan de voorwaarden voor fiscaal partnerschap voldoet, bent u geen fiscale partners. U mag bepaalde inkomsten en aftrekposten niet verdelen. Iedere partner geeft zijn eigen inkomsten en aftrekposten aan.
Ontvangt u huurtoeslag, zorgtoeslag of kinderopvangtoeslag en bent u geen fiscale partners, dan kunt u nog wel toeslagpartner zijn. Het inkomen van de toeslagpartner telt mee voor de hoogte van de toeslag.

Gevolgen samenwonen fiscaal partnerschap

Als fiscale partners kunt u samen bepalen hoe u de gemeenschappelijke inkomsten en aftrekposten verdeelt. Iedere verdeling is toegestaan, zolang het totaal maar 100 % is. Er zijn ook posten die u niet mag verdelen, zoals loon en lijfrentepremies. Een compleet overzicht vindt u op de website van de Belastingdienst.
Fiscaal partnerschap is ook van belang als u geen of weinig inkomen hebt. U hebt dan misschien recht op uitbetaling van heffingskortingen. Voorwaarde is dan onder meer dat u langer dan 6 maanden dezelfde fiscale partner hebt, die voldoende (Nederlandse) belasting betaalt. Meer informatie vindt u op de website van de Belastingdienst.

Fiscaal partnerschap gewijzigd sinds 2011

Tot 1 januari 2011 kon u ervoor kiezen fiscale partners te zijn. Sinds 1 januari 2011 is die keuze vervallen.
U bent nu in ieder geval fiscale partners als u getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap heeft. Als u ongehuwd samenwoont, bepaalt uw persoonlijke situatie of u fiscale partners bent. U kunt dus niet meer kiezen voor fiscaal partnerschap.
(Bron: Ministerie van Financiën 26-5-2011)